16
HOOFDSTUK 3 CONTROLES
1) Koppelingshendel “dode man”
Gebruik deze hendel om de koppeling voor het rijden in- en uit te schakelen
en om de parkeerrem in te schakelen.
De rupsbanden draaien indien de hendel naar de buis van het stuur getro-
kken is terwijl de motor draait.
Wanneer de hendel losgelaten wordt, wordt de koppeling in de uitge-
schakelde stand gezet en worden de remmen ingeschakeld.
2) Versnellingshendel
Gebruik deze hendel voor de posities F1, F2, F3 of R (3+1),
F1-F2, F3-F4, of R1-R2 (4+2)
.
3) Hendel linker zijrem
Trek de hendel omhoog om naar links te draaien.
4) Bedieningshendel Langzaam-Snelle versnellingen
(modellen 4+2 )
HOOFDSTUK 2 REPARATIES
Na de reparatie
Indien de machine niet correct
werkt en u niet in staat bent hem te
repareren, neemt u dan contact op
met de plaatselijke verkoper.
Hieronder volgt de informatie die
u aan de verkoper dient te ver-
strekken:
• Naam van het model en serienum
-
mer van de machine (A).
• Nummer van de motor (B) wanneer
het probleem de motor betreft.
• Omstandigheden waaronder het
probleem zich voorgedaan heeft (bij
welke snelheid werd de machine
gebruikt, wat voor soort werk was
u aan het verrichten enz.).
• De gebruikstijd (hoeveel uur u
de machine bij nadering gebruik
heeft voordat het probleem zich
voordeed).
Andere details (indien mogelijk)
met betrekking over deze omstan-
digheden.