36
LET OP!
Indien aanwezig, dient de stekker van de éénfasige versie te
worden aangesloten op het elektrische netwerk in een inter-
ne omgeving, ver van besproeiing, waterstralen of regen, en
op zodanige wijze dat de stekker toegankelijk is.
De driefasige versies zijn niet voorzien van interne motorbe-
scherming, dus de bescherming tegen overbelasting dient
door de gebruiker te worden uitgevoerd.
ELEKTRISCHE DOMPELPOMPEN
– Voor de éénfasige versie de stekker in een stopcontact steken.
– Voor de driefasige versie (FIG. 7), controleren of de draairichting van de
motor antikloksgewijs is, de elektrische pomp vanaf boven bekijkend, en
als volgt verdergaan: terwijl de elektrische pomp nog niet in de installatie
bevestigd is, de stroomtoevoerkabel op het elektrische schakelbord
aansluiten en de stroomschakelaar een ogenblik activeren: de elektrische
pomp start en ondervindt een terugslag die, vanaf de bovenkant van
de pomp gezien, kloksgewijs moet zijn. In het geval hij verkeerd mocht
draaien (antikloksgewijs), twee van de drie draden in het klemmenbord
van het elektrische schakelbord omdraaien.
In FIG. 9 worden de standaardspanningen (aangegeven op het typeplaatje)
met de betreffende toleranties getoond.
8.1. IN- EN AFSTELLINGEN
Voor de pompen met drijver, de lengte van de kabel van de drijver regelen ten
opzichte van het minimum- en maximumniveau van het water (zie fig.
1;2;3).
Controleren of de automatismes van de installatie niet meer opstartingen
per uur veroorzaken dan beschreven in DEEL. 12
9. GEBRUIK EN OPSTARTEN
DE ELEKTRISCHE POMP NOOIT ZONDER WATER LATEN FUNCTI-
ONEREN: HET GEBREK AAN WATER VEROORZAAKT ERNSTIGE
SCHADE AAN DE INTERNE ONDERDELEN.
9.1. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
a) Onze elektrische oppervlaktepompen zijn ontworpen voor werking in
plaatsen waar de omgevingstemperatuur niet hoger is dan 40°C en
de hoogte boven zeeniveau 1.000 m niet overschrijdt;
b) onze elektrische pompen mogen niet worden gebruikt in zwembaden
of vergelijkbare plaatsen;
c) het langdurig functioneren van de elektrische pomp met een gesloten
persleiding kan schade wegens oververhitting veroorzaken;
d) Schakel de motorpomp niet meer dan 50.000 keer per jaar in en uit.
Als de pomp meer dan 50.000 keer per jaar in- en uitgeschakeld wordt,
kan de levensduur verkort worden en bestaat er een risico op voortijdig
defect raken van de pomp. Zie ook hoofdstuk 8 voor het maximale
aantal in- en uitschakelingen per uur;
e) in geval van het wegvallen van de spanning is het een goede gewoonte
om het elektrische voedingscircuit te onderbreken;
f) Selecteer de pomp zodat deze dichtbij het beste efficiëntiepunt werkt,
ten minste tussen het minimale en maximale nominale debiet.
9.2. OPSTARTEN
VERSIE MET DRIJVER (ZIE FIGUREN)
De stekker aan het elektrische netwerk vastmaken en/of de schakelaar ac
-
tiveren: de elektrische pomp begint te functioneren; wanneer de elektrische
pomp het water heeft opgezogen tot het minimumniveau (niveau “OFF”),
geregeld door de drijver, wordt de pomp automatisch gedeactiveerd.
De werkpositie van de drijver is reeds zo voorbereid door de fabrikant, dat
in de positie “OFF” een minimumniveau van onderdompeling wordt gega
-
randeerd.
N.B.: Een buitensporige vervuiling van de vloeistof kan de werking van het
magnetische type drijver in gevaar brengen (MS-versies); het is daarom
noodzakelijk voor de regelmatige reiniging ervan te zorgen. Vermijd boven
-
dien het gebruik ervan in vloeistoffen die verontreinigd zijn met poeder van
ijzer of magnetisch materiaal, aangezien dit de werking van de drijver in
gevaar zou brengen.
VERSIE ZONDER DRIJVER
De stekker aan het elektrische netwerk vastmaken en/of de schakelaar ac
-
tiveren: de elektrische pomp begint te functioneren; wanneer de elektrische
pomp het water tot het minimumniveau heeft opgezogen, de stekker van het
elektrische netwerk loskoppelen en/of de schakelaar deactiveren.
9.3. AFZETTEN
a) De watercirculatie aan de perszijde geleidelijk onderbreken, om overdruk
door leidingslag te vermijden in de leidingen en in de pomp;
b) Onderbreek de elektrische voeding.
10. ONDERHOUD EN REPARATIE
Voor een correcte werking van de elektrische pomp en om de levensduur
ervan te garanderen, is het noodzakelijk dat de filter en/of de aanzuig
-
doorsnede niet verstopt zijn en dat de rotor schoon is.
Tijdens de onderhoudswerkzaamheden van de elektrische pomp, de
stroomvoorziening onderbreken.
Het wordt enkel aanbevolen de normale
werking regelmatig te controleren, en in het bijzonder aandacht te schenken
aan het eventueel ontstaan van abnormale lawaaierigheid en vibraties.
De voornaamste en meest voorkomende speciale onderhoudswerkzaam
-
heden zijn over het algemeen de volgende:
− vervanging van de sleepringafdichting
− vervanging van de dichtingsringen
− vervanging van de lagers
− vervanging van de condensoren
Wat betreft de dompelpompen kan de eventuele vervanging van de
stroomtoevoerkabel alleen worden uitgevoerd door het servicecentrum.
ELEKTRISCHE POMP DAR (FIG. 4;5;)
a) Als de aanzuigdoorsnede verstopt is, dient u bij het reinigen hiervan altijd
werkhandschoenen te dragen om snijden in de handen te voorkomen.
b) Als de rotor vuil is, als volgt te werk gaan:
– werkhandschoenen dragen om snijden in de handen te voorkomen;
– de zes schroeven (1) die het pomphuis sluiten, losdraaien (niet de
moer, want deze is aan het pomphuis gesoldeerd);
– het pomphuis verwijderen door dit eruit te trekken (2);
– erop letten de dichtingsring (3) niet te vernielen;
– de rotor is nu onbedekt: controleren of deze schoon is; controleren of
ook de ruimte tussen rotor en carter schoon is.
c) Op het pomphuis bevindt zich een kleine gleuf voor de ontluchting: houd
deze vrij en schoon. In de toevoerfase is vloeistofverlies normaal.
10.1. STORINGEN ZOEKEN
OPGETREDEN
STORING
OORZAAK
OPLOSSING
DE POMP
FUNCTIONEERT
NIET
de motor
draait niet
Gebrek aan stroom
Meterkast controleren
Stekker niet
ingestoken
Elektrische aansluiting
op de lijn controleren
Verkeerde elektrische
aansluiting
Aansluitkast en elek-
trisch schakelbord
controleren
Automatische schake-
laar terug gesprongen
of zekeringen verbrand
De schakelaar in nor-
male stand terugzetten
of de zekeringen ver-
vangen en de oorzaak
controleren
Drijver geblokkeerd
Controleren of de drijver
het niveau ON bereikt
Thermische beveiliging
geactiveerd (éénfasig)
Reset zich automatisch
(alleen éénfasig)
DE POMP
FUNCTIONEERT
NIET
De motor draait
Vermindering span-
ning op elektriciteitslijn Wachten op herstel
Filter/aanzuigopening
verstopt
Filter/opening reinigen
Voetklep geblokkeerd
De klep reinigen en
de werking ervan con
-
troleren
Pomp zuigt niet aan
Giet de pomp aan
Terugslagklep in toe-
voer controleren
Vloeistofniveau con-
troleren
Te lage druk
De afsluitklep van de
toevoer smoren
NL