Bedrading
1. Voordat de unit van bedrading kan worden voorzien, dient u te
zorgen dat alle stroomtoevoer (wisselstroomoverbrenger en batterij)
van de centrale is afgesloten.
2. Sluit de vier keybusdraden van de cent-
rale (rood, zwart, geel en groen) aan op
de aansluitklemmen van het toetsen-
bord. Raadpleeg de tekening:
3. Wanneer een element als ingang is
geprogrammeerd, kunt u dit element -
bijvoorbeeld een deurcontact - aanslu-
iten op de ‘P/Z’ aansluitklem van het toetsenbord. Hierdoor is het
niet nodig om draden vanaf het element terug te laten lopen naar
de centrale. Om een zone aan te sluiten laat u één draad vanaf het
element naar de ‘P/Z’ aansluitklem lopen en de andere draad vanaf
het element naar de B (zwarte) aansluitklem. Voor stroomgevoede
elementen leidt u de rode draad naar de R (positieve) aansluitklem
en de zwarte draad naar de B (negatieve) aansluitklem. Bij gebruik
van een einde van de lijn supervisie, sluit u de zone aan conform
een van de configuraties zoals beschreven in de installatiehandlei-
ding van uw systeem.
4. Wanneer de ‘P/Z’ aansluitklem als een uitgang is geprogrammeerd,
volgt de uitgang de PGM zoals geprogrammeerd in Deel [080]. Het
is mogelijk om een kleine relais, zoemer of ander element dat door
gelijkstroom wordt gevoed tussen de positieve voedingsspanning en
de ‘P/Z’ aansluitklem aan te sluiten (maximale belasting is 50mA).
Stroom inschakelen
Wanneer alle bedrading is aangelegd, en het toestel met tenminste
twee schroeven aan de infrastructuur is bevestigd,
schakel dan de
stroom in op de centrale:
1. Sluit de batterijverbindingen aan op de batterij.
2. Sluit de wisselstroomoverbrenger aan.
Voor meer informatie over de stroomspecificaties van de centrale,
raadpleeg de installatiehandleiding van de centrale.
Programmering van het
toetsenbord
Er zijn verschillende program-
meermogelijkheden voor het
toetsenbord. Deze staan
hieronder beschreven. Pro-
grammering van het toetsen-
bord lijkt op programmering
van de rest van het systeem.
Wanneer u zich in het deel
toetsenbordprogrammering
bevindt, geeft het toetsenbord
bovenin het scherm aan welke
opties aan staan. Om een optie aan (on) of uit (off) te zetten, drukt u
op de nummertoets die overeenkomt met de optie. De nummers van
de opties die op dit moment AAN staan, worden weergegeven.
Bijvoorbeeld, indien opties 1 en 4 aan staan, ziet het scherm er op de
verschillende toetsenbordschermen als volgt uit:
Voor informatie over programmering van de rest van uw beveiligings-
systeem, raadpleeg de installatiehandleiding van het systeem.
Doorsturen van LCD-
labels
Alle LCD-programmering vindt plaats via het toetsenbord. Indien meer
dan één LCD-toetsenbord op het systeem aanwezig is, kunnen de
labels die op het ene toetsenbord zijn geprogrammeerd naar alle
andere LCD-toetsenborden worden verstuurd. Voer de volgende proce-
dure uit om de labels te versturen:
Stap 1 - Programmeer één LCD-toetsenbord volledig.
Stap 2 - Zorg dat alle LCD-toetsenborden op de keybus zijn aangeslo-
ten.
Stap 3 - Ga naar toetsenbordprogrammering door te drukken op
[
,
][8][Installateurscode][
,
] en voer deel [998] in op het toetsen-
bord dat geprogrammeerd is. Het toetsenbord verstuurt nu alle gepro-
grammeerde informatie naar alle andere LCD-toetsenborden op het
systeem..
Stap 4 - Wanneer het toetsenbord klaar is, drukt u op de [#] toets
om af te sluiten.
OPMERKING: Het versturen van labels vanaf dit toetsenbord is alleen com-
patibel met andere PK5500 en RFK5500 toetsenborden.
Taalprogrammering
(alleen PK5500\RFK5500)
Houd de (<>) toetsen gedurende 2 seconden ingedrukt om toe-
gang te krijgen tot taalprogrammering. Scroll vervolgens naar de
gewenste taal en druk op [
,
] om deze te selecteren.
OPMERKING: Wanneer deel [077] optie 4 UIT staat, kan taalprogrammer-
ing alleen worden uitgevoerd via installateurprogrammering.
Inbedrijfstelling van het
toetsenbord
Het toetsenbord moet aan een partitie en slot worden toegekend wan-
neer er supervisie- of toetsenbordzones worden gebruikt. De toeken-
ning van een toetsenbord en de programmering van de
toetsenbordopties moet voor ieder toetsenbord afzonderlijk worden
uitgevoerd. Het 1e cijfer van de toekenning van het toetsenbord, wordt
gebruikt om de toekenning van de partitie vast te stellen (1 tot 8)
Wanneer er geen partitie wordt toegepast, drukt u op [1]. Voor
algemene toetsenborden (Global Keypads) drukt u op [0].
OPMERKING: LED- en ICON-toetsenborden kunnen niet als algemene toet-
senborden worden geprogrammeerd.
Het 2e cijfer van de toekenning van het toetsenbord, wordt gebruikt
voor de toekenning van het slot voor supervisie van het toetsenbord.
Ieder toetsenbord wordt aan een ander slotnummer, 1 tot 8, toegek-
end. PK5500 en RFK5500 LCD-toetsenborden worden standaard
toegekend aan slot 8. Wanneer er LCD-toetsenborden worden
gebruikt, moet tenminste één LCD-toetsenbord in slot 8 blijven zitten.
OPMERKING: De RFK55XX werkt als twee modules:
Lampje1 = toetsenborddeel van de RFK55XX
Lampje17 = ontvangerdeel van de RFK55XX
OPMERKING: Verwijdering van alle draadloze apparatuur van de RFK55XX,
waardoor RFK55XX als standaard wordt ingesteld, veroorzaakt een super-
visiestoring..
Voer op ieder toetsenbord dat op het systeem wordt geïnstalleerd, het
volgende in:
1. Ga naar Installateur Programmering in door te drukken op
[
,
][8][Installer’s Code]
2. Druk [000] voor programmering van het toetsenbord
3. Druk [0] voor partitie- en slottoekenning
4. Voer het eerste cijfer in ( 0 tot 8 voor partitietoekenning)
5. Voer het tweede cijfer in ( 1 tot 8 voor supervisie slottoekenning)
6. Druk twee keer op de toets [#] om programmering te verlaten
7. Voer, na toekenning van alle toetsenborden, een controletest uit
door te drukken op [
,
][8][Installer’s Code][902] en wacht
gedurende 60 seconden.
8. Druk na 60 seconden twee keer op de toets [#] om programmering
te verlaten.
PK55XX\RFK55XX
RED
BLK
YEL
GRN
To zone or
PGM output
R
B
Y
G
P/Z
4
1
Toggle Option
1 _ _ 4 _ _ _ _