60
Alarmsignalen herkennen
Het alarm wordt optisch, akoestisch en door vibratie volgens het aangegeven
tijdspatroon weergegeven.
Concentratie-vooralarm A1
Het vooralarm A1 is niet zelfhoudend en verdwijnt als de concentratie is
gedaald tot onder de alarmgrens A1.
Bij A1 klinkt een enkele toon en de alarm-LED knippert.
Bij A2 klinkt een dubbele toon en de alarm-LED knippert dubbel.
Vooralarm bevestigen:
Druk op de
[OK]
-toets, alleen het akoestische alarm en het vibratiealarm
worden uitgeschakeld.
Concentratie-hoofdalarm A2
Pas na het verlaten van de plaats, wanneer de concentratie is gedaald tot
onder de alarmgrens:
Druk op de
[OK]
-toets, de alarmmeldingen worden uitgeschakeld.
Wanneer het meetbereik van het CatEx-kanaal duidelijk wordt overschreden
(zeer hoge concentratie brandbare stoffen), wordt er een blokkeeralarm
gegenereerd. Dit CatEx-blokkeeralarm kan handmatig door het uit- en weer
inschakelen van het apparaat in de frisse lucht worden opgeheven.
In de configuratie-instelling CH
4
met meetbereik 100 Vol.-% wordt geen
blokkeeralarm gegenereerd, omdat daarvoor het meetprincipe van de
warmtegeleiding wordt gebruikt.
Onderbroken alarmmelding:
Afwisselende weergave van
» A1 «
en de
meetwaarde. Niet voor O
2
!
Onderbroken alarmmelding:
Afwisselende weergave van
» A2 «
en de meetwaarde.
Voor O
2
:
A1
= zuurstoftekort
A2
= zuurstofoverschrijding
WAARSCHUWING
De zone direct verlaten, levensgevaar! Een hoofdalarm is zelfhoudend en kan
niet worden bevestigd.
VOORZICHTIG
Het meetbereik 0 tot 100 Vol.-% CH
4
is niet geschikt voor het bewaken van
explosieve mengsels in het meetbereik van 0 tot 100 %LEL.
Blootstellingsalarm STEL/TWA
– Het STEL- en TWA-alarm kunnen niet worden bevestigd.
Apparaat uitschakelen. De waarden van de blootstellingsanalyse worden gewist,
nadat het apparaat opnieuw is ingeschakeld.
Batterij-vooralarm
Vooralarm bevestigen:
Druk op de
[OK]
-toets, alleen het akoestische alarm en het vibratiealarm
worden uitgeschakeld.
– De batterij houdt na het eerste batterij-vooralarm nog ca. 20 minuten stand.
Batterij-hoofdalarm
Het batterij-hoofdalarm kan niet worden bevestigd:
– Het apparaat wordt na 10 seconden automatisch uitgeschakeld.
– Voordat het apparaat uitschakelt, worden gedurende korte tijd het optische,
het akoestische en het vibratiealarm geactiveerd.
Apparaatalarm
– Het apparaat is niet bedrijfsklaar.
Schakel het servicepersoneel of de DrägerService in voor het verhelpen van
de storing.
Onderbroken alarmmelding:
Afwisselende weergave van
» A2 «
en
»
«
(STEL) resp.
»
«
(TWA) en
de meetwaarde:
VOORZICHTIG
De zone direct verlaten. De taken van de persoon moeten na dit alarm
volgens de nationale voorschriften worden geregeld.
Onderbroken alarmmelding:
Knipperend speciaal symbool
»
«
aan de
rechterkant van het display:
Onderbroken alarmmelding:
Knipperend speciaal symbool
»
«
aan de
rechterkant van het display:
Onderbroken alarmmelding:
Weergave van het speciale symbool
»
«
aan
de rechterkant van het display: