46
Dräger HPS 3500
Onderhoud
5
Onderhoud
5.1
Onderhoudsintervallen
Inspecteer de helm voor en na ieder gebruik en let daarbij
speciaal op alle bevestigingspunten (hoofdbandenstel en
dempingssysteem). Vervang versleten en/of beschadigde
componenten onmiddellijk en gebruik uitsluitend door Dräger
geleverde reserveonderdelen, omdat alleen originele
reserveonderdelen voor gebruik zijn toegelaten en de
productconformiteit waarborgen.
Controleer, of er geen kleurveranderingen en/of scheurtjes
in de helmschaal en het hoofdbandenstel zijn ontstaan.
Controleer, of er geen insnijdingen en/of breuken langs de
randen en openingen zijn ontstaan.
Controleer door inspectie van de naden, of het haarnet/
dempingssysteem onbeschadigd is.
Controleer, of de veiligheidsbril geen krassen vertoond of
beschadigd is.
5.2
Reinigen
5.2.1
Reinigen van de helm
Berg de helm na ieder gebruik op in de helmtas of op een
afgesloten donkere en vochtvrije plaats (bijv. kast).
Reinig de helm als volgt:
De helm nooit in direct zonlicht reinigen.
Demonteer de helm (zie hoofdstuk 5.3.1 op bladzijde 46).
Reinig alle inwendige en uitwendige componenten
uitsluitend met lauwwarm, neutraal zeepsop.
Laat de helm drogen bij kamertemperatuur.
Gebruik geen droger.
Controleer eerst of alle componenten droog zijn, voordat u
de helm weer in elkaar zet.
Zet de helm weer in elkaar, zodra deze geheel droog is (zie
hoofdstuk 5.3.2 op bladzijde 46).
5.2.2
Reinigen van de veiligheidsbril
Reinig de veiligheidsbril als volgt:
De veiligheidsbril nooit in direct zonlicht reinigen.
Verwijder de veiligheidsbril.
Gebruik voor veiligheidsbrillen een normaal
reinigingsmiddel.
Droog de veiligheidsbril met een zacht doekje, bij voorkeur
van microvezels
5.3
Onderhoudswerkzaamheden
INFO: Breng nooit stickers en/of identificatielabels aan op
minder dan 25 mm van de rand van de helmschaal.
5.3.1
Demonteren van de helm
Om de helm te demonteren, plaatst u deze op zijn kop op een
opgeruimde ondergrond om kwijt raken van componenten te
voorkomen.
Leg gedurende het demonteren alle verwijderde componenten
netjes en overzichtelijk weg.
1. Trek het riempje (item 1, zie afbeelding 4.3.1 a) uit de
afstellers (item 2) en uit het anti-kruipsysteem.
2. Maak het achterstuk (item 3, zie afbeelding 4.3.1 b) van
het beschermingsgaas los (item 4, zie afbeelding 4.3.1 c).
3. Maak de twee lipjes (item 5, zie afbeelding 4.3.1 d) van het
hoofdbandenstel los.
4. Maak het achterste deel van het hoofdbandenstel los
(item 6, zie afbeelding 4.3.1 e) door dit omhoog te trekken
zodat de clips loskomen uit de helmschaal.
5. Maak het voorste deel (item 7, zie afbeelding 4.3.1 f) van
het hoofdbandenstel los en trek dit omhoog, zodat de clips
loskomen uit de helmschaal, en neem vervolgens het
hoofdbandenstel uit de helm (zie afbeelding 4.3.1 g).
6. Maak het dempingssysteem los door de bevestigers (item 8,
zie afbeelding 4.3.1 h) omlaag te duwen en het
hoofdbandenstel samen met het dempingssysteem te
verwijderen.
7. Maak de clips los (item 9, zie afbeelding 4.3.1 i) van het
hoofdbandenstel (draaien en verwijderen).
8. Verwijder het beschermingsgaas (item 4, zie
afbeelding 4.3.1 k) door dit van de bevestigingspennen los
te maken.
9. Maak de klittenbandstrips los en verwijder de nekpolstering
(item 10, zie afbeelding 4.3.1 l).
10. Verwijder de polstering van de draagring, maak hiertoe de
klittenbandstrips (item 11, zie afbeelding 4.3.1 m+n).
5.3.2
Assembleren van de helm
1. Breng de bevestigers (item 1, zie afbeelding 4.3.2 a) van
het dempingssysteem weer van beneden naar boven aan.
2. Breng de clips (item 2, zie afbeelding 4.3.2 b) van de anti-
shock riempjes (item 3, zie afbeelding 4.3.2 c) weer aan,
waarbij het riempje tussen de clips en de buitenschaal
moet lopen, en sluit vervolgens de clips.
3. Bevestig het voorste comfortstuk (item 5, zie
afbeelding 4.3.2 e) op het dempingssysteem.
4. Breng het beschermingsgaas weer aan (item 6, zie
afbeelding 4.3.2 f) op het hoofdbandenstel.
5. Breng het achterste comfortstuk (item 7, zie
afbeelding 4.3.2 g) weer met de klittenbandstrips.
6. Breng het hoofdbandenstel weer compleet met
beschermingsgaas en comfortstuk aan op de helm en zet
de frontbevestigers vast (zie afbeelding 4.3.2 h+i).
7. Breng het dempingssysteem aan door de frontriempjes
(item 8, zie afbeelding 4.3.2 k) in de afstellers (item 9) en
de achterriempjes (item 10) in het anti-kruipsysteem
(item 11) te steken.
8. Bevestig het anti-stretch riempje (item 12, zie
afbeelding 4.3.2 l) van het dempingssysteem met behulp
van de anti-kruip afsteller (item 13).
Het anti-stretch riempje (item 12) blijft in zijn positie onder het
beschermingsgaas (item 14).
VOORZICHTIG
Gebruik nooit schurende of sterk alkalische reinigers,
oplosmiddelen of organische vloeistoffen zoals benzine
of alcohol!
De breeksterkte en aldus de beschermende werking van
de helm worden anders aangetast
VOORZICHTIG
Gebruik nooit schurende of sterk alkalische reinigers,
oplosmiddelen of organische vloeistoffen zoals benzine
of alcohol!
De breeksterkte en dus de beschermende werking van
de helm worden anders aangetast
!
!