![Dräger 83 21 880 Скачать руководство пользователя страница 102](http://html1.mh-extra.com/html/drager/83-21-880/83-21-880_instructions-for-use-manual_2526497102.webp)
102
Dräger X-dock 5300/6300/6600
Installatie
van het station geschieden door deskundig en daarvoor
opgeleid personeel.
Bij de configuratie moet bijv. rekening worden gehouden met
de kruisgevoeligheid van de sensoren voor de aangesloten
testgassen en dienen de sensor data sheets van de
betreffende sensoren te worden geraadpleegd. Er dient
beschreven te worden, welke werkzaamheden uitgevoerd
moeten worden, en op basis daarvan te worden bepaald,
welke testmethode met welke testgasconcentratie daarvoor
geschikt is.
Indien vakkenis ontbreekt, moet deze bij anderen
(bijv. specialisten, testinstituten of fabrikanten) worden
opgevraagd.
1. Evt. modules volgens de bijbehorende
montagehandleiding op de master monteren (alleen bij
X-dock 6300/6600).
Afhankelijk van het moduletype kunnen maximaal
10 modules op een master worden gemonteerd.
De beschikbare modules kunnen naar keuze worden
gecombineerd.
2. Evt. wand- of cilinderhouder overeenkomstig de
bijbehorende montagehandleiding monteren.
3. Afsluitdopje van de bedoelde gasingangen en van de
gasuitgang verwijderen.
4. Gastoevoerslangen op de gasingangen van de master
aansluiten en op de drukregelaar van de testgascilinder
aansluiten.
5. Evt. de uitlaatslang (lengte max. 10 m) aansluiten op de
gasuitlaat, om het testgas naar een afzuiging of naar de
buitenlucht af te voeren.
6. Voor toevoer van perslucht of verse lucht zorgen:
Persluchtslang op persluchtaansluiting aansluiten
(uitgangsdruk van de drukregelaar 0,5 bar,
volumestroom >3 L/min).
Verse-luchtinlaat instellen (zie hoofdstuk 4.6.1 op
pagina 106). Instelling:
perslucht
OF
Evt. verse-luchtslang op verse-luchtfilter aansluiten.
Evt. verse-luchtinlaat instellen (zie hoofdstuk 4.6.1 op
pagina 106). Instelling:
pomp
.
7. Voedingseenheid aansluiten.
Station met maximaal 3 modules: voedingseenheid
24 V / 1,33 A
Station met 4 tot max.10 modules: voedingseenheid
24 V / 6,25 A
Het gehele systeem wordt via de master van stroom
voorzien.
AANWIJZING
Dräger adviseert om gassen uitsluitend beneden de
LEL te gebruiken. Gassen boven de LEL en beneden
de UEL dienen niet te worden gebruikt.
Mogelijke veiligheidsmaatregelen bij gebruik van
gassen >100 %LEL zijn bijv.:
Gebruik van het onderhoudsstation onder een
geschikte afzuiging
Directe afvoer van het testgas naar een geschikte
afzuiging of naar buiten via een uitlaatslang (max.
10 m lang).
Gebruik van drukregelaars met flowstop
De gebruikte testgascilinder alleen voor de duur
van de test of de kalibratie openen.
Testoptie “Spoelen” activeren.
AANWIJZING
Let op voldoende ruimte voor de totale opstelling.
De master en alle modules moeten dezelfde
firmwareversie hebben. Als dit niet het geval is, moet
een firmware-update worden uitgevoerd (zie
AANWIJZING
Wanneer het afsluitdopje van de gasuitgang niet wordt
verwijderd, kan het station de zelftest niet foutloos
uitvoeren.
i
i
i
i
i
i
AANWIJZING
Dräger adviseert om voor de bumptestvolgorde
toxische gassen met telkens opklimmende
concentratie aan te sluiten.
Dräger adviseert om voor de gastoevoerslangen een
slanglengte van 10 m niet te overschrijden.
WAARSCHUWING
Gevaar voor persoonlijk letsel!
Door verontreinigingen in de omgevingslucht kunnen
foute meetresultaten optreden.
Bij gebruik van de interne pomp voor toevoer van
verse lucht via de verse-luchtaansluiting moet worden
gewaarborgd dat de omgevingslucht vrij is storende
stoffen.
AANWIJZING
Als het onderhoudsstation via een ademluchtcilinder
met verse lucht wordt gevoed, dienen alle modules
altijd met gasmeetinstrumenten te zijn uitgerust,
voordat er een test gestart wordt. Is dat niet het geval,
raakt de ademluchtcilinder bovengemiddeld snel leeg.
AANWIJZING
Dräger adviseert het gebruik van Dräger
testgascilinders en Dräger-drukregelaars (zie
hoofdstuk 10 op pagina 114). Als alternatief kan ook
een geschikte drukregelaar met een uitgangsdruk van
0,5 bar en een volumestroom van >3 L/min worden
gebruikt.
Dräger adviseert om een uitlaatslang (lengte max.
10 m) aan te sluiten op de gasuitlaat, om het testgas
naar een afzuiging of naar de buitenlucht af te voeren.
i
i
!
i
i
i
i
Содержание 83 21 880
Страница 2: ......
Страница 202: ...202 Dr ger X dock 5300 6300 6600 1 2 3 OK 1 2 3 4 5 5 1 1 2 Dr ger Dr ger i i Dr ger Dr ger i i i i...
Страница 282: ...282 Dr ger X dock 5300 6300 6600 1 2 3 OK 1 2 3 4 5 5 1 1 2 LED Dr ger Dr ger i i Dr ger Dr ger i i i i...
Страница 330: ...330 Dr ger X dock 5300 6300 6600 1 2 3 OK 1 2 3 4 5 5 1 1 2 LED Dr ger Dr ger i i Dr ger Dr ger i i i i...