26
5 Onderhoud
5
Onderhoud
5.1 Stofbak leegmaken
Maak de stofbak het beste leeg elke keer nadat u gestofzuigd heeft.
Maak de stofbak uiterlijk leeg:
- als de reinigingsindicator (afb. 8/A1) verlicht is,
- als de „MAX“-markering (afb. 8/B1) bereikt is,
- voordat u de stofzuiger voor lange tijd opbergt of als u hem wilt op-
sturen.
1.
Schakel het apparaat uit,
hoofdstuk 4.3, „Uitschakelen“
.
2.
Druk op de ontgrendelingstoets voor de stofbak (afb. 8/A2) en neem de
stofbak uit zijn console.
3.
Maak de stofbak leeg door hem vlak boven een vuilnisbak te houden
en daarna pas op de ledigingstoets te drukken (afb. 8/B).
4.
Als de stofbak niet meer geheel leeggemaakt kan worden door alleen
de bodem open te klappen, moet de cyclooneenheid verwijderd wor-
den,
hoofdstuk 5.2, „Stofbak en motorbeschermingsfilter reinigen“
.
5.2 Stofbak en motorbeschermingsfilter reinigen
Controleer het motorbeschermingsfilter het beste elke keer als u de
stofbak leeg maakt,
hoofdstuk 5.1, „Stofbak leegmaken“
.
Reinig de motorbeschermingsfilters uiterlijk, als de reinigingsindicator
(afb. 8/A1) verlicht is.
1.
Schakel het apparaat uit, verwijder de stofbak en maak hem leeg
hoofdstuk 5.1, „Stofbak leegmaken“
.
2.
Ontgrendel het deksel van de stofbak door het stevig in de richting van
de pijl te draaien (afb. 9/A). Verwijder het deksel van de stofbak.
3.
Trek het Dual-motorbeschermingsfilter naar boven toe uit de stofbak
(afb. 9/B).
4.
Trek de cyclooneenheid naar boven toe uit de stofbak (afb. 9/C).
5.
Verwijder de stofresten die nog aan de stofbak en de cyclooneenheid
hechten, met behulp van een droge doek of een zachte borstel,
b.v. met de meegeleverde meubelborstel.
6.
Houd het Dual-motorbeschermingsfilter vlak boven een vuilnisbak.
Haal de filterelementen uit elkaar. Verwijder grove vuildeeltjes met de
hand.
7.
Neem het kleine motorbeschermingsfilter uit de console (afb. 10/A).
8.
Als de 3 motorbeschermingsfilterelementen nog steeds verontreinigd
zijn, spoel ze dan met de hand grondig uit, totdat alle verontreinigingen
verdwenen zijn.
9.
Als een van de filterelementen beschadigd is, vervang het dan door
een nieuw element (
hoofdstuk 5.4, „Reserveonderdelen en toebeho-
ren“
).
10.
Plaats het kleine motorbeschermingsfilter terug in de console (afb. 10/
A).
11.
Plaats de cyclooneenheid terug in de stofbak (afb. 10/B). Let op dat de
twee brede uitstulpingen in de brede gleuven en de smalle uitstulping
in de smalle gleuf grijpt.
12.
Zet het Dual-motorbeschermingsfilter weer in elkaar en plaats het weer
terug op de cyclooneenheid (afb. 11/A).
13.
Plaats het stofbakdeksel weer terug (afb. 11/B). Let op dat de twee bre-
de uitstulpingen in de brede gleuven en de smalle uitstulping in de
smalle gleuf grijpt.
14.
Vergrendel het deksel door het stevig in de richting van de pijl te draai-
en (afb. 11/C), totdat het hoorbaar vastklikt.
OPGELET:
Voordat u de stofbak leegmaakt schakelt u het apparaat uit. Zo voorkomt
u dat stof het apparaat beschadigt.
B
MAX
1
A
1
2
8
AANWIJZING:
De inhoud van de stofbak kunt u meegeven met het huisvuil, voor zover
de bak geen voor huisvuil verboden bestanddelen bevat.
OPGELET:
De stofbak en de filterelementen zijn weliswaar wasbaar, maar onge-
schikt voor de wasmachine of vaatwasser. Gebruik voor de reiniging
geen reinigingsmiddelen of harde borstels.
C
B
A
9
A
B
10
B
A
C
11
OPGELET:
Reinig de cyclooneenheid niet met water. Vastklevend vuil zou vast kun-
nen plakken.
OPGELET:
Laat de filterelementen na de reiniging ca. 24 uur bij kamertemperatuur
drogen. Plaats ze pas weer terug, als ze helemaal droog zijn.
M3220.book Seite 26 Montag, 4. Juni 2012 3:15 15
