FIG. I
Voeding
Klik de batterij op de connector vast en respecteer de polariteit.
Test
■
Zet uw centrale in testmodus (zie Installatiehandleiding van het systeem).
■
Plaats de detector, zonder hem te bevestigen, op de gekozen locatie (zie VOOR-
ZORGEN BIJ PLAATSING): het testlampje van de receptor moet niet oplichten.
■
Neem de akoestische tester TV260 die u heeft ontleend bij uw verdeler en selec-
teer de modus “Gehard”.
■
Zet uw detector in testmodus en ga daarbij als volgt tewerk:
●
druk op de testknop van de detector: het lampje van de zender licht op zolang u
de knop indrukt,
●
druk de luidspreker van de detector op de microfoon van de akoestische receptor
●
activeer de tester door de schakelaar op “Manueel” te zetten.
De lampjes van de detector lichten gedurende 4 sec. op, vervolgens knippert het
lampje van de receptor. Druk nogmaals op de testknop: de detector zit ongeveer 1
minuut en 30 sec. in testmodus.
■
Selecteer het type glas op de detector, plaats de tester op de binnenkant van het
te beveiligen raam en activeer hem (ofwel in “manueel”, ofwel in “doorlopend”): de
lampjes van de detector lichten op, de centrale reageert met een reeks tweetonige
geluidsmeldingen van het type “Li-tut, Li-tut, Li-tut, …” en doet een van haar lampjes
oplichten of geeft het gesproken bericht
“BINNENDRINGING GROEP X
DIRECT/VERTRAAGD”
.
Indien bij een detectie enkel het lampje van de receptor oplicht, herhaalt u de
testprocedure van de detector vanaf het begin.
Na de testperiode schakelt de detector over naar de normale werkingsmodus:
●
de detectiesimulatie met de akoestische tester is niet meer mogelijk,
●
het lampje van de receptor kan oplichten in geval van lawaai of een schok in de
directe omgeving: interpreteer de oplichting van dit lampje niet als een glasbreukde-
tectie.
Het is niet mogelijk om deze detector te testen door het stukslaan van flessen,
van ramen die nog niet in hun omlijsting zitten, …
Bevestiging
■
Bevestig de bodem van de zenddoos met de meegeleverde schroeven en pluggen
of andere, die beter aangepast zijn, indien nodig (de richting van de bevestiging
van de doos is niet van belang).
■
Klik de detector op de bodem vast. De autobeveiliging tegen pogingen tot ope-
ning van de detector is geactiveerd.
Zet uw centrale weer in normale modus en bezorg de tester terug aan uw DIAGRAL-
verdeler.
!
NL
23
FIG. G
Persoonlijke radiocode
Plaats de positioneerpinnen van het codeersjabloon in de overeenkomstige
gaatjes.
Houd het sjabloon vast en stop de punt van de codeerstift in het eerste open gaat-
je van het sjabloon.
Druk op de stift en draai met de wijzers van de klok mee om de overeenkomstige
codeerverbinding op te heffen. Stop zodra de steel van de stift tegen het codeersja-
bloon stoot. Herhaal deze handeling voor ieder gebruikt gaatje in het sjabloon.
Verwijder het codeersjabloon en laat de spaandeeltjes naast de detector vallen.
Controleer of de codeerverbindingen die met uw persoonlijke radiocode overeens-
temmen wel degelijk werden verbroken (Tekening
➀
: intacte verbinding; Tekening
➁
: verbroken verbinding).
FIG. H
Afstelling op een zone of een groep
Met de microschakelaars onder het luikje kunt u uw detector op een zone of een
groep afstellen.
Noteer de gekozen optie op het notablad van uw DIAGRAL-gebruikershandlei-
ding.
4
3
2
1
NL
22
Zone
Groep
Positie
van de micro-
schakelaars
Werking van de detector
Actief in Gedeeltelijk inschakelen
en Volledig Inschakelen
Directe inschakeling
Actief in Inschakelen Groep A
Directe inschakeling
Zone 1
of
Groep 1
direct
Actief in Inschakelen Groep A
Directe of vertraagde inschakeling
Zone 2
of
Groep 1
vertraagd
Actief in Inschakelen Groep B
Directe inschakeling
Zone 3
of
Groep 2
direct
Actief in Inschakelen Groep B
Directe of vertraagde inschakeling
Zone 4
of
Groep 2
vertraagd
Actief in Gedeeltelijk Inschakelen
en Volledig Inschakelen
Directe of vertraagde inschakeling
Actief in Volledig Inschakelen
Niet-actief in Gedeeltelijk
Inschakelen
Directe inschakeling
Actief in Volledig Inschakelen
Niet-actief in Gedeeltelijk
Inschakelen
Directe of vertraagde inschakeling
met een centrale CB750
of CB950 in modus
Gedeeltelijk/Volledig
Inschakelen
met een centrale
CB950 in modus
Groep A/Groep B