WERKING
De akoestische glasbreukdetector bewaakt de glazen oppervlakken van de ruimte
waarin hij is geplaatst (veranda’s, vensteropeningen, ...). Door zijn ingebouwde
microfoon detecteert hij vibraties als gevolg van het breken van glas. Bij een glas-
breuk zendt hij de informatie via radiosignalen onmiddellijk naar uw centrale.
Deze detector is alleen compatibel met de DIAGRAL TwinPass
®
centrales.
KARAKTERISTIEKEN
●
TwinPass
®
radiotransmissie
●
Geïntegreerde akoestische receptor die de glasbreuk detecteert binnen een straal
van:
- 7,5 m voor ramen in gewoon glas of ramen met dubbele beglazing (2,4 tot
2,6 mm dik)
- 6 m voor ramen in gehard of gelaagd glas (3,2 tot 6,4 mm dik), of alle andere
raamsoorten
- 3 m voor gepantserde ramen
●
Afstelling:
- op zone 1/groep 1direct: direct alarm
- op zone 2/ groep 1 vertraagd: vertraagd alarm
- op zone 3/ groep 2 direct: direct alarm
- op zone 4/ groep 2 vertraagd: vertraagd alarm
●
Autobeveiliging van de zender 24h/24h bij opening
●
Voeding door meegeleverde alkalibatterij van 9 V
●
Autonomie van 2 jaar in normale gebruiksomstandigheden
●
Testmodus en testlampjes om:
- de beveiligde ruimte zichtbaar te maken
- de radioverbinding te controleren
- de staat van de batterij te controleren
●
Persoonlijke radiocode
OPGELET
■
U gaat een akoestische glasbreukdetector bevestigen om uw alarmsysteem te ver-
volledigen. Wij raden u aan om de aanwijzingen van deze handleiding, die opges-
teld werd door veiligheidsspecialisten, aandachtig te volgen.
Opdat u zich van de goede werking van uw detector zou kunnen vergewis-
sen, raden wij u aan om de akoestische tester TV260 (bootst het geluid van
brekend glas na) die u bij uw DIAGRAL-verdeler kunt afhalen, te gebruiken.
De tester bootst niet alle frequenties van de glasbreuk na, hij kan alleen in testmodus
worden gebruikt (reële inschakeltest is niet mogelijk).
De TV260 is een apparaat waarmee voorzichtig moet worden omgespron-
gen wegens de intensiteit van het geluid dat hij produceert (zie voorzorg-
smaatregelen bij het gebruik achteraan het apparaat). Wij raden u aan om
de tester buiten het bereik van kinderen te houden.
NL
19
■
Stellen Sie den Glastyp auf dem Tester ein (tempered = Flachglas; plate =
Tafelglas; laminated = Verbundssicherheitsglas), und halten Sie ihn in die Nähe der
Glasscheiben, und zwar so, daß der Lautsprecher auf den Melder gerichtet ist.
Schalten Sie ihn dann in manuellen – oder Automatikbetrieb und überprüfen Sie bei
jedem akustischen Auslösen ob:
Die Leuchtdioden des Melders aufleuchten und die Zentrale mit akustischen Signalen
"Li.tüt, Li.tüt, Li.tüt ...." reagiert und eine Leuchtdiode der Zentrale aufblitzt.
Wenn während einer Detektion nur die Leuchtdiode des Empfängers aufleuch-
tet, testen Sie den Melder nochmals von Beginn an.
Nach der Testphase geht der Melder automatisch in den Normalbetrieb über:
●
Die Auslösung des Glasbruchmelders über den Tester ist nicht mehr möglich.
●
Die Test-Leuchtdiode des Melders kann bei einem entsprechenden Geräusch oder
Erschütterung kurz aufleuchten: Bewerten Sie dies nicht als einen erkannten
Glasbruch.
Der Melder kann nicht durch das Zerbrechen einer Glasflasche z. B. getestet
werden. Die Glasflächen müssen fest eingebaut sein bzw. im Rahmen sitzen.
Montage
■
Montieren Sie das Unterteil des Sendergehäuses mit den beiliegenden Schrauben
und Dübeln oder verwenden Sie nach Wunsch andere, für Ihre Zwecke besser
geeignete Schrauben und Dübel (die Ausrichtung des Gehäuses ist für eine korrekte
Funktion unerheblich).
■
Klipsen Sie den Melder auf das Unterteil. Die Sabotageüberwachung gegen unbe-
fugtes Öffnen des Gehäuses ist nun aktiv.
Versetzen Sie Ihre Zentrale wieder in den Normalbetrieb.
BATTERIEWECHSEL
Automatische Batterieüberwachung
Die Zentrale speichert eine eventuelle Batteriestörung und weist Sie beim Einschalten
durch Aufleuchten der Leuchtdiode "Batterie" darauf hin.
Manueller Batterietest
■
Wenn die Leuchtdiode des Melders nach Betätigen der Test-Taste nicht mehr auf-
leuchtet, muß die Batterie gewechselt werden.
■
Gehen Sie bei Batteriewechsel wie folgt vor:
●
Um eine versehentliche Alarmauslösung durch Öffnen des Gehäusedeckels zu ver-
meiden, geben Sie einen Aus-Befehl mit Ihrer Fernbedienung oder der Code-
Einrichtung. Die Zentrale reagiert mit einem akustischen Signal "Liii ..." oder nennt
per Sprache “AUS”*. Öffnen Sie das Gehäuse während dieses akustischen Signals.
Sollte dennoch Alarm ausgelöst werden, geben Sie einen erneuten Aus-Befehl.
●
Nehmen Sie die verbrauchte Batterie ab, und warten Sie
5 Minuten
, bevor Sie
die neue Batterie aufstecken.
●
Schließen Sie den Deckel des Melders wieder.
Ihr Melder ist nun wieder funktionsbereit.
Verwenden Sie ausschließlich denselben Batterietyp (9-Volt-Alkaline).
* nur bei Zentralen mit Sprachausgabe
!
D
18
