111
nEDERLanDs
a )
Ga nooit in een rechte lijn achter het zaagblad staan.
Plaats uw lichaam altijd aan dezelfde zijde van het
zaagblad als de langsgeleiding.
Terugslag kan het
werkstuk met hoge snelheid werpen naar iemand die voor
de zaagtafel en in één lijn met het zaagblad staat.
b )
Reik nooit over of achter het zaagblad, bijvoorbeeld
om aan het werkstuk te trekken of om er het
werkstuk te ondersteunen.
U zult misschien per ongeluk
het zaagblad aanraken of terugslag kan uw vingers in het
zaagblad trekken.
c )
Houd het werkstuk dat wordt afgezaagd nooit tegen
het draaiende zaagblad en druk het werkstuk nooit
tegen het draaiende werkstuk.
Wanneer u het werkstuk
dat wordt afgezaagd tegen het zaagblad drukt, kan het
zaagblad vastlopen en kan terugslag ontstaan.
d )
Lijn de langsgeleiding parallel uit met het zaagblad.
Een niet goed uitgelijnde langsgeleiding kan het werkstuk
tegen het zaagblad drukken en zo kan terugslag ontstaan.
e )
Leid met een spiebord het werkstuk tegen de tafel
en langsgeleiding wanneer u inzaagsneden maakt
zoals bij rabatzagen of bij het opnieuw zagen van
zaagsneden.
Een spiebord helpt u het werkstuk onder
controle te houden in het geval van een terugslag.
f )
Ga extra voorzichtig te werk wanneer u een
zaagsnede uitvoert in delen van gemonteerde
werkstukken die u niet kunt overzien.
De
vooruitstekende zaag kan voorwerpen zagen die terugslag
kunnen veroorzaken.
g )
Ondersteun grote panelen zodat het risico van het
bekneld raken van het zaagblad en van terugslag tot
een minimum wordt beperkt.
Grote panelen kunnen
onder hun eigen gewicht doorzakken. Er moeten steunen
worden geplaatst onder alle gedeelten van het paneel dat
over het bovenblad van de zaagtafel hangt.
h )
Ga extra voorzichtig te werk bij het zagen van een
werkstuk dat gedraaid, verwrongen of krom is of dat
geen rechte rand heeft waarmee u het kunt leiden
langs een verstekmeter of een langsgeleiding.
Een
werkstuk dat gedraaid, verwrongen of krom is, is onstabiel
en veroorzaakt verkeerde uitlijning van de zaagplaat met
het zaagblad, en veroorzaakt vastlopen en terugslag.
i )
Zaag nooit meer dan een werkstuk, stapel
werkstukken niet verticaal of horizontaal.
Het
zaagblad kan een of meer delen oppakken en terugslag
veroorzaken.
j )
Centreer, wanneer u een zaag opnieuw start in het
werkstuk, het zaagblad in de zaagsnede zodat de
zaagtanden niet in het materiaal vastzitten.
Als
het zaagblad is vastgelopen, kan het omhoog komen of
terugslaan uit het werkstuk wanneer de zaag opnieuw
wordt gestart.
k )
Houd zaagbladen schoon, scherp en met voldoende
gezette vertanding. Gebruik nooit kromme
zaagbladen of zaagbladen met gescheurde of
afgebroken tanden.
Met scherpe en op juiste wijze
gezette zaagbladen worden vastlopen en terugslaan tot
een minimum beperkt.
4) Waarschuwingen voor de
bedieningsprocedure van de tafelzaag
a )
Schakel de tafelzaag uit en neem de accu los
wanneer u de tafelinzet verwijderd, het zaagblad
vervangt of aanpassingen aanbrengt aan het
spouwmes, of de zaagbladbeschermkap en wanneer
de machine onbeheerd wordt achtergelaten.
Voorzorgsmaatregelen zullen ongelukken voorkomen.
b )
Laat de tafelzaag nooit werken zonder dat u er
toezicht op houdt. Schakel de tafelzaag uit en laat
het gereedschap niet onbeheerd achter voordat het
volledig tot stilstand is gekomen.
Een werkende zaag
waar geen toezicht op wordt gehouden, is een risico dat
niet kan worden overzien.
c )
Plaats de tafelzaag op een goed verlichte plaats
die waterpas is en waar u goed rechtop en in
evenwicht kunt blijven staan. De zaag moet worden
geïnstalleerd op een plaats waar genoeg ruimte is
en waar u gemakkelijk de omvang van uw werkstuk
kunt hanteren.
In krappe, donkere ruimtes en op
ongelijke gladde vloeren zullen gemakkelijk ongelukken
gebeuren.
d )
Verwijder vaak het zaagsel van onder de zaagtafel
en/of de afzuiginstallatie.
Opeenhopingen van zaagsel
zijn brandbaar en kunnen vlam vatten.
e )
De tafelzaag moet stevig worden vastgezet.
Een
tafelzaag die niet goed is vastgezet kan van zijn plaats
komen of omvallen.
f )
Verwijder gereedschap, afgezaagde stukken hout,
enz. van onder de tafel voordat u de tafelzaag
inschakelt.
Afleiding of een mogelijk vastlopen van de
zaag kunnen gevaarlijk zijn.
g )
Gebruik altijd zaagbladen met de juiste omvang en
vorm (ruitvormig tegenover rond) van het asgat.
Zaagbladen die niet passen bij de montagevoorziening
van de zaag, zullen excentrisch lopen, en dat kan ertoe
leiden dat u de controle verliest.
h )
Gebruik nooit een beschadigde of onjuiste
montagevoorziening voor het zaagblad, zoals
flenzen, zaagbladringen, bouten en moeren.
Deze
montagevoorzieningen zijn speciaal ontworpen voor uw
zaag, voor veilig werken en optimale prestaties.
i )
Ga nooit op de tafelzaag staan, gebruik de zaag
niet als opstapje.
Ernstig letsel kan ontstaan als het
zaaggereedschap omvalt of als iemand per ongeluk in
aanraking komt met het gereedschap.
j )
Let erop dat het zaagblad zo is geïnstalleerd
dat het in de juiste richting draait. Gebruik geen
slijpschijven, draadborstels of schuurschijven op een
tafelzaag.
Een onjuiste installatie van het zaagblad of
gebruik van accessoires die niet worden aanbevolen kan
ernstig letsel veroorzaken.
Содержание DCS7485
Страница 1: ...DCS7485 Final Page size A5 148mm x 210 mm ...
Страница 3: ...1 Fig A 2 16 11 1 14 14 21 24 9 15 3 12 13 10 8 11 17 9 7 5 22 20 18 19 4 6 49 ...
Страница 4: ...2 Fig C Fig D Fig B 13 12 25 12 2 27 26 28 21 29 2 23 11 ...
Страница 6: ...4 36 5 Fig J Fig K Fig L Fig M 40 39 6 7 37 38 42 41 43 ...
Страница 7: ...5 Fig N Fig O Fig P 45 44 11 18 19 10 14 23 21 22 22 ...
Страница 8: ...6 Fig R Fig Q 48 47 46 ...
Страница 222: ...220 ...