110
nEDERLanDs
c )
Bevestig de beschermende voorzieningen weer
onmiddellijk na het voltooien van een verrichting
(zoals het rabatzagen of opnieuw uitvoeren van
zaagsneden) waarbij de beschermkap of het
spouwmes moet worden verwijderd.
De beschermkap
en het spouwmes helpen het risico van letsel te beperken.
d )
Let erop dat het zaagblad de beschermkap, het
spouwmes of het werkstuk niet raakt, voor dat
schakelaar op Aan wordt gezet.
Onbedoelde aanraking
van deze items met het zaagblad kan tot een gevaarlijke
situatie leiden.
e )
Stel het spouwmes af zoals wordt beschreven in deze
instructiehandleiding.
Onjuiste tussenruimte, plaatsing
en uitlijning kan maken dat het spouwmes niet goed
werkt bij het voorkomen van terugslag.
f )
Het spouwmes werkt alleen als het op het werkstuk
wordt gezet.
Het spouwmes werkt niet goed wanneer
werkstukken worden gezaagd die te kort zijn om door
het spouwmes te worden vastgehouden. Onder die
omstandigheden kan een terugslag niet door het
spouwmes worden voorkomen.
g )
Gebruik het zaagblad dat geschikt is voor het
spouwmes.
Het spouwmes kan alleen goed werken
als de diameter van het zaagblad is afgestemd op het
spouwmes, de body van het zaagmes dunner is dan het
spouwmes en de zaagbreedte van het zaagblad groter is
dan de dikte van het spouwmes.
2) Waarschuwingen bij
zaagwerkzaamheden
a )
GEVAAR: Plaats nooit uw vingers of handen in
de buurt van of in een lijn met het zaagblad.
Een ogenblik van onoplettendheid of een verkeerde
beweging kan uw hand bij het zaagblad brengen en
ernstig persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
b )
Voer het werkstuk uitsluitend tegen de draairichting
in naar het zaagblad.
Wanneer u het werkstuk boven de
zaagtafel aanvoert in dezelfde richting als het zaagblad
draait, kan ertoe leiden dat het werkstuk, en uw hand, in
het zaagblad worden getrokken.
c )
Voer nooit met de verstekmeter het werkstuk aan
wanneer u delen van het werkstuk afzaagt en
gebruik niet de langsgeleiding als een stop bij het
afkorten met de verstekmeter.
Wanneer u het werkstuk
geleidt met de langsgeleiding en de verstekmeter samen,
zal het zaagblad gemakkelijker vastlopen en zal eerder
terugslag optreden.
d )
Pas bij het afkorten altijd de aanvoerdruk van
het werkstuk toe tussen de langsgeleiding en
het zaagblad. Duw het werkstuk aan met een
aanduwstok wanneer de afstand tussen de
langsgeleiding en het zaagblad minder is dan
150 mm, en gebruik een aanduwblok wanneer de
afstand minder is dan 50 mm.
Dergelijke “hulpstukken”
houden uw hand op veilige afstand van het zaagblad.
e )
Gebruik alleen de aanduwstok die wordt geleverd
door de fabrikant of die is vervaardigd in
overeenstemming met de instructies.
De aanduwstok
zorgt voor voldoende afstand tussen uw hand en het
zaagblad.
f )
Gebruik nooit een beschadigde of ingezaagde
aanduwstok.
Een beschadigde aanduwstok kan breken
en dan kan uw hand tegen het zaagblad komen.
g )
Voer geen zaagwerkzaamheden “uit de vrije hand”
uit. Plaats en geleid het werkstuk altijd met de
langsgeleiding of de verstekmeter.
“Uit de vrije hand”
betekent dat u met uw handen het werkstuk ondersteunt
of geleidt, in plaats van met de langsgeleiding of de
verstekmeter. Zagen uit de vrije hand leidt tot verkeerde
uitlijning, vastlopen en terugslag.
h )
Reik nooit rond of over een draaiend zaagblad.
Wanneer u uw hand uitsteekt naar een werkstuk kan dat
leiden tot het per ongeluk aanraken van een bewegend
zaagblad.
i )
Zorg voor aanvullende ondersteuning van het
werkstuk aan de achterzijde en/of de zijkanten van
de zaagtafel zodat u lange en/of brede werkstukken
waterpas kunt houden.
Een lang en/of breed werkstuk
zal misschien doorhangen op de rand van de zaagtafel,
waardoor u de controle kunt verliezen en het zaagblad
kan vastlopen en kan terugslaan.
j )
Voer het werkstuk aan in een gelijkmatige snelheid.
Buig of draai het werkstuk niet. Als het zaagblad
vastloopt, schakel het gereedschap dan onmiddellijk
uit, maak het stroomloos en verhelp het probleem.
Wanneer het zaagblad vastloopt in het werkstuk kan dat
leiden tot terugslag of tot het vastlopen van de motor.
k )
Verwijder geen delen van afgezaagd materiaal
terwijl de zaag loopt.
Het materiaal kan vast komen
te zitten tussen de langsgeleiding of aan de binnenzijde
van de beschermkap van het zaagblad en dan kan het
zaagblad uw vingers naar binnen trekken. Schakel de
zaag uit en verwijder pas materiaal wanneer het zaagblad
tot stilstand is gekomen.
l )
Gebruik een hulpgeleider in contact met het
tafelblad bij het afzaggen van werkstukken die
minder dan 2 mm dik zijn.
Een dun werkstuk kan vast
komen te zitten onder de langsgeleiding en een terugslag
veroorzaken.
3) Oorzaken van terugslag en
bijbehorende waarschuwingen
Terugslag is een plotselinge reactie van het werkstuk wanneer het
zaagblad bekneld raakt of vastloopt of bij een niet goed uitgelijnde
zaagsnede ten opzichte van het zaagblad of wanneer een deel
van het werkstuk vast komt te zitten tussen het zaagblad en de
langsgeleiding of een ander vast voorwerp.
Heel vaak wordt bij een terugslag het werkstuk van de tafel gelicht
door het achterste gedeelte van het zaagblad en wordt het in de
richting van de gebruiker geworpen. Terugslag is het gevolg van
een verkeerd gebruik en/of onjuiste gebruiksomstandigheden
van de zaag en kan worden voorkomen door de juiste
voorzorgsmaatregelen te nemen zoals hieronder worden vermeld.
Содержание DCS7485
Страница 1: ...DCS7485 Final Page size A5 148mm x 210 mm ...
Страница 3: ...1 Fig A 2 16 11 1 14 14 21 24 9 15 3 12 13 10 8 11 17 9 7 5 22 20 18 19 4 6 49 ...
Страница 4: ...2 Fig C Fig D Fig B 13 12 25 12 2 27 26 28 21 29 2 23 11 ...
Страница 6: ...4 36 5 Fig J Fig K Fig L Fig M 40 39 6 7 37 38 42 41 43 ...
Страница 7: ...5 Fig N Fig O Fig P 45 44 11 18 19 10 14 23 21 22 22 ...
Страница 8: ...6 Fig R Fig Q 48 47 46 ...
Страница 222: ...220 ...