DeWalt D21620, Оригинальное руководство пользователя

Страница: 70 / 132

NEDERLANDS
68
• Als het accessoire vastloopt, stop
de motor dan en haal het accessoire
voorzichtig omhoog uit het werkstuk
voordat u verder gaat met uw
werkzaamheden.
• Gebruik altijd de veiligheidsband.
• Gebruik altijd de boorbeschermkap.
In- en uitschakelen (afb. 1, 8)
De machine kan alleen goed functioneren als
deze wordt ingeschakeld volgens de hieronder
beschreven procedure.
IN- EN UIT SCHAKELEN
Sluit de machine aan op de stroomvoorziening. Het
Aan/Uit-indicatielampje (dd) knippert.
Druk, als u de machine wilt inschakelen, op de Aan/
Uit-knop (a) en houd deze 1 seconde ingedrukt. Het
Aan/Uit-indicatielampje zal niet meer knipperen en
zal blijven branden.
Druk, als u de machine wilt uitschakelen, op de Aan/
Uit-knop en houd deze 1 seconde ingedrukt. Het
Aan/Uit-indicatielampje begint te knipperen en blijft
knipperen tot de stekker wordt uitgetrokken.
DE MAGNEET ACTIVEREN
De magneet kan alleen worden geactiveerd wanneer
de machine is ingeschakeld.
U schakelt de magneet in door op de gele knop
(b) te drukken. Het gele indicatielampje (ee) gaat
branden.
U schakelt de magneet uit door weer op de gele
knop te drukken. De magneet werkt pas na 3
seconden niet meer en dat wordt aangegeven door
het knipperen van het gele indicatielampje, daarna
gaat het uit.
IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE BOORMOTOR
De boormotor kan alleen worden ingeschakeld
wanneer de magneet is geactiveerd.
U schakelt de boormotor in door op de groene knop
(c) te drukken. Het groene indicatielampje (ff) gaat
branden.
U schakelt de boormotor uit door weer op de
groene knop te drukken. Het indicatielampje gaat uit.
DE MACHINE RESETTEN
Als de stroomvoorziening tijdens het gebruik wordt
onderbroken, of als op enig punt de magnetische
vergrendeling is verbroken, moet de machine
worden gereset.
1. Schakel eerst de boormotor en vervolgens de
magneet uit.
2. Zorg ervoor dat het werkgebied schoon is.
3. Schakel de machine in.
4. Activeer de magneet.
Een gat boren (afb. 1)
1. Breng altijd de juiste snijvloeistof / het juiste
koelmiddel aan op het snijgebied.
2. Breng de beschermkap (g) omlaag zodat
het oppervlak waarin wordt geboord, wordt
afgeschermd.
3. Controleer dat de boorpunt of snijgeleider goed
over de te boren plaats is geïnstalleerd.
4. Schakel de boormotor in.
5. Voer het accessoire langzaam in het werkstuk
met behulp van de aanvoerhandgreep (e).
6. Oefen aan het begin van de snede lichte druk
uit zodat het accessoire het eerste gedeelte van
de groef kan maken.
7. Ga door met het uitoefenen van voldoende druk
zodat een gelijkmatige voortschrijdende snede
ontstaat. Forceer niet.
8. De druk die op de handgreep wordt uitgeoefend
is te groot als de standaard loskomt van het
werkoppervlak.
9. Voorkom dat er splinters ontstaan, ga extra
voorzichtig te werk wanneer het accessoire
bijna door het oppervlak heenbreekt.
10. Schakel altijd de motor, de magneet en de
machine uit, in die volgorde, wanneer de
werkzaamheden zijn voltooid en voordat u de
stekker uit het stopcontact trekt.
Boren met ringvormige snijders
Ringvormige snijders zagen alleen materiaal rondom
het gat, het is niet zo dat het hele gat wordt
weggeboord. Het gevolg daarvan is dat, er minder
energie nodig is voor het maken van een gat dan bij
een ronddraaiende boor.
Wanneer u boort met een ringvormige snijder, is het
niet nodig eerst een geleidegat te boren.
WAARSCHUWING: Raak de snijder
of de delen dicht bij de snijder
niet onmiddellijk na het boren aan,
omdat zij heel erg heet kunnen zijn
en brandwonden op de huid kunnen
veroorzaken.
Let er op dat er niemand in het
werkgebied is waar de metalen kern
wordt uitgeworpen.