Boat
NL
31
�
�
�
�
�
�
�
�
�
�
�
�
�
�
�
�
� �
� � � �
�
�
�
�
�
�
�
�
10
6
5
4
5
1
50
6
5.2 DE STARTMOTOR AANSLUITEN
Knip de draad tussen het contactslot en het startrelais zo ver mogelijk van elkaar vandaan op
twee plaatsen door.
Draad nummer 4
vanaf de centrale eenheid wordt aangesloten op de draad vanaf het con-
tactslot.
Draad nummer 5
van de centrale eenheid wordt aangesloten op de draad vanaf het startre-
lais.
Draad nummer 6
is geïsoleerd.
Het is belangrijk dat draad nummer 4 en draad nummer 5 exact worden aangesloten zoals
hierboven is beschreven. Zorg ervoor dat de aansluitingen goed contact maken om startpro-
blemen te voorkomen.
Als de draden worden verlengd, moet minimaal dezelfde draaddiameter (0,75 mm
2
) worden
gebruikt, maar beter is 1,5 mm
2
.
5.1. WERKING CONTROLEREN
Procedure voor iedere onderbreking:
1. Knip de draad door van het circuit dat moet worden onderbroken
(ofwel de massa of de + aansluiting, afhankelijk van de functie).
2. Controleer of de motor niet aanslaat.
3. Sluit het relais van de BG201 aan
4. Schakel de BG201 in, controleer of de motor niet aanslaat.
5. STARTBLOKKERINGCIRCUITS
Belangrijke opmerking bij het installeren van de BG201: Er zitten negen zwarte kabels in de
kabelboom die uit de centrale eenheid komt. Deze zijn alleen aan het uiteinde gemarkeerd.
Deze markering moet tijdens de montage worden verwijderd om identificatie en het ongeoor
-
loofd starten van de motor moeilijk te maken
Om het storing zoeken makkelijker te maken, markeert u de kabels op willekeurige wijze.
Om ervoor te zorgen dat de startblokkering correct werkt moeten tijdens het installeren alle
aansluitingen/ onderbrekingen worden doorgemeten en op onderbreking worden gecontro-
leerd (zie 5.1 Werking controleren).
Het is bijzonder belangrijk dat de installatie-instructies exact worden opgevolgd zodat de be-
staande functies in de boot niet worden verstoord.