
NEDERLANDS
59
8.5
Voeding van het paneel
Nadat u de hiervoor beschreven werkzaamheden op de juiste wijze heeft uitgevoerd, de binnendeur van het paneel
afsluiten met de vier daarvoor bedoelde schroeven, de stroomonderbrekers QM1 en QM2 in de stand 0 zetten en de
schakelaar SA1 in de stand
. Zet het paneel onder spanning met de hoofdschakelaar van het
verdeelschakelpaneel. Sluit de scheidingsschakelaar QS1. De elektropompen worden niet gevoed.
8.6
Starten van het systeem
1.
Verzeker u ervan dat de externe besturingen (vlotters of thermostaten) in de stand
OFF
staan
(besturing
uitgeschakeld).
2.
Zet de schakelaar SB1 in de stand MAN. De elektropomp P1 wordt gevoed zolang het handmatige impuls aanwezig
is. Doe hetzelfde met de schakelaar SB2. De elektropomp P2 wordt gevoed zolang het handmatige impuls aanwezig
is.
−
Voor systeem met twee vlotters
; overeenkomstig de indicaties uit de afbeelding op pag. 117 wordt het
startcommando voor de pomp P1 gegeven door de vlotter B verbonden met de klemmen 3-4; het startcommando
voor de pomp P2 wordt gegeven door de vlotter C verbonden met de klemmen 5-6. Het stopcommando wordt
voor beide pompen gegeven door de vlotter B als deze zich in de minimumstand bevindt.
−
Voor systeem met drie vlotters;
overeenkomstig de indicaties uit de afbeelding op pag. 117 wordt het
startcommando voor de pomp P1 gegeven door de vlotter B verbonden met de klemmen 3-4; het startcommando
voor de pomp P2 wordt gegeven door de vlotter C verbonden met de klemmen 5-6. Het stopcommando wordt
gegeven door de vlotter A, verbonden met de klemmen 1-2, die voor beide pompen als minimumniveauvlotter
fungeert.
−
De eventuele vlotter tegen het droog functioneren N, verbonden met de klemmen 21-22, blokkeert voor beide
typen systemen de werking van de elektropompen.
3.
Controleer het bovenstaande ook met de schakelaar SA1 in de stand
: de startvolgorde van de twee
elektropompen wordt niet automatisch omgedraaid.
Voorkom het starten van het systeem met de scheidingsschakelaar (QS1) als beide
schakelaars QM1 en QM2 in de stand I staan
.
8.7
Beschermingsinstallatie van de elektropompen (indien voorzien)
1.
De beveiliging wordt verkregen door middel van een vlotter tegen bedrijf zonder vloeistof verbonden met de
klemmen ref. N (nr. 21-22) en/of door middel van een vlotter voor maximumniveau verbonden met de klemmen
ref. R (nr. 35-36).
2.
Om te controleren of de werking correct is, de activering van de vlotter tegen bedrijf zonder vloeistof of van de
vlotter voor maximumniveau simuleren. Het paneel behoort de elektropompen te stoppen en de led LL1 van de
module SZ2 gaat uit.
8.8
Alarmsysteem
1.
Controleer of de alarmvlotter, verbonden met de klemmen P (25-26), goed werkt.
2.
Controleer de werking van het alarm op afstand, verbonden met de klemmen Q (31-32), met de alarmvlotter in de
stand ON, en houd er hierbij rekening mee dat het contact, zoals standaard voorzien, geen potentiaal heeft.
N.B. : Het voedingscircuit van het alarmsysteem moet zijn voorzien van een veiligheidscircuit PELV (CEI
EN 60204-1). Als dit niet zo is, dient u zich ervan te verzekeren dat de aardingsdraad van de vlotter
verbonden is met de klem
8.9
Gebruik van het paneel voor het voeden van lijn-circulatiepompen of drukgroepen voor
huishoudelijk gebruik
Om het paneel in te stellen voor lijnpompen of voor drukgroepen dient de brug O, verbonden met de klemmen 23-24, te
worden verwijderd.
8.10 Opsporen van storingen E2D 2,6 M - E2D 6 M - E2D 6 M HS
STORINGEN
CONTROLES
(MOGELIJKE OORZAKEN)
OPLOSSINGEN
1.
Eén van de twee
motoren (P1 en/of
P2) wordt niet
gevoed.
A.
De stroomonderbreker van het paneel (QM1 of
QM2) of de automatische
differentiaalschakelaar van het
verdeelschakelpaneel is in werking getreden.
B.
Er staat geen spanning op de klemmen L1-N.
C.
De bescherming van de interne transformator
A.
Controleer de isolatie van de kabels van de
elektropomp, van de elektropomp zelf of van de
vlotters. Reset de stroomonderbreker in het paneel
(QM1 of QM2) of de differentiaalschakelaar van
het verdeelschakelpaneel.
B.
Controleer de aansluitkabels van het paneel en of
eventuele schakelaars of scheidingsschakelaars in
de installatie in werking zijn getreden.
C.
Open de hoofdschakelaar voor drie minuten en
Содержание E2D 2,6 M
Страница 120: ...118 1 E2D E2D A B C B C A 2 3 4 5 5 1 5 2 IEC 364 5 3 EN 60204 1 6 7 IP55...
Страница 122: ...120 8 2 HL1 HL2 P MAX ALARM HL3 P1 HL4 P1 KK P1 P1 HL5 P2 KK P2 P2...
Страница 128: ...126 Q 7 KA1 SZ2 8 11...
Страница 134: ...132 E2D 6 M HS...
Страница 137: ...135 E2D 15 T SD E2D 30 T SD E2D 40 T SD E2D 50 T SD E2D 60 T SD...
Страница 140: ......