24 NL/BE
4. Houd uw bovenlichaam recht en span uw
buikspieren aan.
5. Rol langzaam vooruit en achteruit. Wissel
vervolgens van zij.
5. Binnenzijde bovenbeen
1. Ga op uw buik liggen en spreid één been. Uw
buik ligt nu voor de helft op de vloer.
2. Trek uw knieën en heupen op tot een hoek van
90 graden.
3. Positioneer het product verticaal onder het
gebogen been op de binnenzijde van uw bo-
venbeen. Het gebogen been ligt losjes op het
product en uw gebogen elleboog bevindt zich
onder uw schoudergewricht.
4. Til uw bovenlichaam op en beweeg de boven-
ste helft van uw bekken en uw been vooruit en
achteruit.
5. Span uw buikspieren aan.
6. Voer de bewegingen langzaam en gecontro-
leerd uit. Wissel vervolgens van zij.
6. Voorzijde bovenbeen
Deel voor deze oefening uw bovenbeen in 2–3 zones
op en behandel deze achtereenvolgens. Dit maakt de
bewegingen niet te groot en de behandeling effec-
tiever.
1. Ga op uw buik liggen en steun op uw onderarmen
in de steunpositie.
2. Leg het product horizontaal onder uw boven-
benen.
3. Ga op de puntjes van uw tenen liggen en span
uw buik- en bilspieren. Zorg ervoor dat het
gewicht op uw tenen gelijkmatig is verdeeld.
4. Trek uw schouderbladen bij de wervelzuil om-
hoog en zorg ervoor dat uw ellebogen zich
onder de schoudergewrichten bevinden.
5. Rol langzaam vooruit en achteruit - vanaf de
heupen tot aan de knieën.
BELANGRIJK:
tijdens deze oefening is uw
hoofd de verlenging van de nekwervel. Zorg
ervoor dat u uw hoofdspieren niet bovenmatig
aanspant.
7. Achterzijde van het bovenbeen
Deel voor deze oefening uw bovenbeen in 2-3 zones
op en behandel deze achtereenvolgens. Dit maakt
de bewegingen niet te groot en de behandeling ef-
fectiever.
1. Ga op uw rug liggen en steun op uw onderarmen
in de steunpositie.
2. Leg het product horizontaal onder uw boven-
benen.
3. Ga op de hakken van uw voeten liggen en
span uw buik-en bilspieren. Zorg ervoor dat het
gewicht op uw hakken gelijkmatig is verdeeld.
4. Trek uw schouderbladen bij de wervelzuil om-
hoog en zorg ervoor dat uw ellebogen zich
onder de schoudergewrichten bevinden.
5. Rol langzaam vooruit en achteruit - vanaf de
heupen tot aan de knieholtes.
BELANGRIJK:
tijdens deze oefening is uw
hoofd de verlenging van de nekwervel. Zorg
ervoor dat u uw hoofdspieren niet bovenmatig
aanspant.
8. Kuiten
1. Ga met uitgestrekte benen op de vloer zitten
en leg het product horizontaal onder uw kuiten.
Uw benen rusten lichtjes op het product.
2. Steun op uw armen.
3. Span uw arm- en buikspieren aan.
4. Til uw bovenlichaam op, steek uw borst vooruit
en trek uw schouderbladen bij de wervelkolom
op.
5. Til uw billen op en rol het product langzaam
over uw kuiten vooruit en achteruit. De bewe-
ging komt vanuit het kniegewricht.
BELANGRIJK:
uw bovenlichaam is tijdens
deze oefening opgeheven en de schouders
steken naar achteren.
Versie met één been:
1. Ga op dezelfde manier als bij de kuitenoefe-
ning op de vloer zitten.
2. Leg het product horizontaal onder één kuit en
leg uw andere been met een gebogen knie
daarnaast. Het uitgestoken been rust lichtjes
op het product.
3. Span uw arm- en buikspieren aan.