47
Het lichaamsvet- en watergehalte kan afhankelijk van de wateropslag in het lichaam, de levensstijl
en de dagelijkse gewoonten variëren. Zo is het vetgehalte 's morgens bijvoorbeeld hoger en het
watergehalte lager, omdat het lichaam 's nachts ertoe neigt te dehydrateren en de vloeistof in
het bovenlichaam te verzamelen. In de loop van de dag verdeelt de vloeistof zich dan homogeen
over het hele lichaam.
En ook de volgende omstandigheden kunnen het vet- en watergehalte in het lichaam wijzigen:
– Een bad nemen
– Eten en / of drinken
– Menstruatie
– Sport / zweten
– Inname van tabletten
– Toiletbezoek
Berekening van lichaamsvet- en watergehalte
Parameters invoeren (programmeermodus)
Vooraleer de weegschaal uw lichaamsvet- en watergehalte kan berekenen, moeten de volgende
parameters in uw gebruikersprofiel worden opgeslagen: Profielnummer, geslacht, lichaamslengte
en leeftijd.
De invoering van parameters gebeurt via de toetsen (vooraan op het display van de weegschaal):
p
Verhogen van een waarde
q
Verlagen van een waarde
SEt
Start van de programmeermodus; bevestiging van de gekozen waarde en overschakeling
op de volgende parameter
• Wordt met de
SEt
-toets de programmeermodus gestart, dan knippert de
instelbare waarde. Wordt er verder geen toets in deze tijdspanne gebruikt, dan
stopt de weegschaal automatisch de programmeermodus. Er kunnen geen verdere
gegevens worden gewijzigd en alle ingestelde en opgeslagen waarden worden
in een programmarun aangegeven. Om opnieuw in de programmeermodus te
belanden, wacht u tot het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld en dan drukt
u vervolgens op de toets
SEt
, om de programmeermodus opnieuw op te starten.
Het profielnummer begint opnieuw te knipperen en u kunt verder gegevens
invoeren. De voorheen ingestelde waarden van de parameters blijven behouden.
• U kunt kiezen tussen de weergave van het gewicht in kilogram (kg), pond (lb) of
stone (st : lb) en van de lichaamslengte in centimeter (cm) of voet en inch (' / "). Druk
voor de instelling van de eenheden op de kleine
Unit
-toets onderaan het apparaat.
1. Druk op de
SEt
-toets, om de programmeermodus in
te schakelen. Het profielnummer knippert. Kies met de
toetsen
p
en
q
uw gewenst profiel (01 tot 10). Druk op
de
SEt
-toets, om uw keuze te bevestigen en over te gaan
op de volgende parameter.
08215_DE-GB-FR-NL_V1.indb 47
20.02.2013 14:32:54