21 NL
Vóór het eerste gebruik
De batterij in de afstandsbediening is reeds geplaatst. U hoeft alleen
de transportbeveiliging eruit te trekken.
1. Plaats de batterijen in de kaarsen (zie ‘Batterijen plaatsen / vervangen’,
| ‘Kaarsen’).
2. Klem de clips naar wens aan de takken van de kerstboom.
Batterijen plaatsen / vervangen
Controleer vóór het plaatsen van de batterijen of de contacten schoon zijn
en reinig deze indien nodig.
Kaarsen
1. Draai het batterijvakdeksel tegen de wijzers van de klok in van de kaars
af.
2. Eventueel de lege batterij verwijderen en een nieuwe batterij (1,5 V,
type AAA) met de pluspool vooraan in de kaars plaatsen.
3. Het batterijvakdeksel weer op de kaars plaatsen en met de wijzers van
de klok mee tot handvast vastdraaien.
Afstandsbediening
1. Het batterijvak bevindt zich aan de smalle
zijde van de afstandsbediening. Zoals afge-
beeld eruit trekken.
2. De lege batterij verwijderen en een nieuwe
batterij (3 V, type CR2025) plaatsen. De
pluspool moet naar boven wijzen.
3. Schuif het batterijvak weer tot de aanslag
in de afstandsbediening. Hij moet hoor- en
voelbaar vastklikken.
Vervang de batterijen wanneer de prestatie van de kaarsen resp. afstands-
bediening minder wordt.
Bediening
1. Met de
ON (aan)
-knop op de afstandsbediening de kaarsen inschake-
len.
2. Met de afstandsbediening de gewenste modus (
MODE
), de helderheid
(
BRIGHTNESS
) alsook bij ingeschakelde
fl
ikkeren-modus (
Flickering
)
de snelheid (
WIND
) kiezen.
3. Met
de
4H
- of
8H
-knop kunnen de kaarsen bovendien in een 24-uurs-mo-
dus worden geschakeld: de kaarsen branden 4 resp. 8 uur lang en wor-
den vervolgens automatisch uitgeschakeld. Na nogmaals 20 resp. 16
uur worden de kaarsen automatisch weer ingeschakeld.
4. Met de
OFF (uit)
-knop kunnen de kaarsen weer worden uitgeschakeld.
Mocht u op een later tijdstip nog extra kaarsen of kaarsensets
bijkopen, kunnen alle kaarsen met slechts één afstandsbediening
worden in- en uitgeschakeld.
drukken
trekken