Energiebesparende circulatiepompen
NCE G F, NCED G F
ORIGINELE BEDIENINGSINSTRUCTIES
Veiligheid.
Lees deze instructies zorgvuldig door alvorens het
apparaat te installeren of in bedrijf te stellen.
De installateur en/of eindgebruiker dienen nauwkeurig
te werken volgens de plaatselijke verordeningen en
voldoen aan de toepasbare wetten. De fabrikant
draagt geen enkele verantwoording in het geval van
schade als gevolg van onjuist gebruik of gebruik onder
andere omstandigheden dan die zijn aangegeven op
het typeplaatje en in deze instructies. Het apparaat is
gefabriceerd volgens de geldende wetgeving van de
Europese Gemeenschap.
Gebruikte symbolen:
Dit symbool geeft een hoog voltagegevaar
aan. Het vestigt de aandacht op
onderdelen of procedures die een mogelijk
gevaar vormen voor de gezondheid en het
welzijn van de bediener.
Dit symbool wordt gebruikt om de
aandacht van de bediener te richten op
situaties met mogelijk gevaar voor mensen
of voor handelingen die mogelijk schade
berokkenen aan het product.
Voorbeeld typeplaatje van de pomp
1. Werkomstandigheden
- Energiebesparende circulatiepompen (met
spanningsomvormer) voor verwarmings- en air-
conditioningsystemen.
- Het verpompen van vloeistoffen die agressief
zijn en de pompmaterialen aantasten.
- Maximaal glycolgehalte: 20%.
- Vloeistoftemperatuur van -10 °C tot +110 °C.
- Omgevingstemperatuur van 0 ℃ tot +40 ℃.
- Opslag: -20°C/+70 °C max. relatieve vochtigheid
95% bij 40 °C.
- Maximaal toegestane werkdruk: 6/10 bar.
- Minimale zuigdruk:
- 0,5 bar bij 50 °C.
- 0,8 bar bij 80 °C.
- 1,4 bar bij 110 °C.
- Geluidsdruk ≤ 54 dB (A).
De pomp mag niet gebruikt worden voor:
- het verwerken van drinkwater of voor sanitai-
re toepassingen;
- het pompen van explosieve vloeistoffen;
- het pompen van vloeistoffen die agressief
zijn voor de pompmaterialen.
2. Installatie
Installatie dient uitgevoerd worden door
gekwalificeerd personeel volgens plaatse-
lijke voorschriften.
Afhankelijk van het gewicht van het pro-
duct adviseren wij het gebruik van een
uitrusting toepasbaar voor het gewicht
van het product (hijsbanden of kettingen).
Zorg er vóór aansluiting voor dat de binnenzijden
van de leidingen schoon zijn.
Monteer de pomp in een eenvoudig toegankelijke
positie om de inspectie, ontmanteling, controle op
vrije rotatie van de as en het ontluchten van de
pomp eenvoudig uit te kunnen voeren.
Om aftappen en hervullen van het hele leidingsy-
steem te voorkomen bij het ontmantelen van de
pomp, wordt het aanbevolen om kleppen aan te
brengen op de zuig- en drukzijden.
De pomp moet geïnstalleerd worden met de as in
horizontale positie (
fig. 1
).
Om de juiste positie van de aansluitdoos te verk-
rijgen, dient de motorbehuizing gedraaid te wor-
den nadat de schroeven zijn losgedraaid (
fig. 2
).
Wijzig de posities van de aansluitdoos zoals
weergegeven (
fig. 3
).
LET OP:
zorg ervoor dat de pakking van de
behuizing niet beschadigd wordt.
LET OP:
de pomp is uitgerust met afvoersyste-
men voor het condensaatwater. Controleer in
geval van isolatie van de pompbehuizing of de
afvoeropeningen niet geblokkeerd zijn.
Het is tijdens de installatiefase vereist om de water-
stroomrichting te volgen zoals deze aangegeven is
door de pijl op de pompbehuizing, zie (
fig.4
).
3. Elektrische aansluiting
Elektrische werkzaamheden dienen
alleen uitgevoerd te worden door een
gekwalificeerde elektricien en volgens de
plaatselijke verordeningen.
Voor het aansluiten van de hoofdvoeding
dient het deksel van de aansluitkast van de
motor geopend te worden.
Houd u aan alle veiligheidsnormen.
ergelijk de frequentie en het stroomvoltage met
de gegevens op het typeplaatje en sluit de toe-
voerkabels aan op de aansluitklemmen volgens
het betreffende schema (
fig.5
).
Zorg ervoor dat alle kabels door de standaard mee-
geleverde ferrietkern lopen.
20
Made in EU
0705158995
230 V - 50Hz
TF110 - IP44
Max. 1,0 MPa
Class F
EEI ≤0,27 - Part 2
P (W)
I (A)
min
10
0,1
max
90
0,75
NCE xxxxxxxx
1
9
2
3
4
5
7
8
6
10
11
12
9
1 Type
2 Voeding
3 Frequentie
4 Vloeistoftemperatuur
5 Beschermingsgraad
6 Max. druk
7 Isol. klasse
8 Efficiëntieklasse
9 Certificeringen
10 Serienummer
11 Vermogen min-max
12 Stroom min-max
IST NCE GF_2013:istruzioni N, N4 09/10/13 11.10 Pagina 20
Содержание NCE GF Series
Страница 24: ...3 4 50 C 5 10 6 Off 6 1 I 6 2 i 3 i i 6 3 50 6 4 I 5 24...
Страница 25: ...8 IO1 OFF 0V ON IO2 24 IO1 IO2 9 NCED NCED stand by 15 10 led 11 2 12 13 25 N E1 X E2 X E3 X E4 X E5 X 7 C 2...
Страница 27: ...3 4 50 C 5 11 6 Off 6 1 i 6 2 i 3 i i 6 3 4 50 6 4 i 5 27...
Страница 28: ...8 IO1 0V 0V IO2 24V IO1 IO2 9 NCED NCED 15 10 11 2 12 13 28 N E1 X E2 X E3 X E4 X E5 X 7...
Страница 29: ...A 29 Fig 1 Fig 3 Fig 2 90 4...
Страница 30: ...FC 30 Fig 5 90 Fig 4...