Nederlandstalige
Nederlandstalige
Nederlandstalige
Nederlandstalige
Kenmerken van de programma’s
MAN-programma
Het toestel werkt als normale omgevingsthermostaat. Het regelt de
referentietemperatuur en schakelt de belasting in en uit, zodat de
omgevingstemperatuur in de buurt van de geprogrammeerde waarde
wordt gehandhaafd.
Programma P1
De uurregeling en de dagen waarop de belasting in- en uitgeschakeld
wordt, staan vast en kunnen niet worden gewijzigd (zie de volgende tabel).
Men moet alleen de waarden van de referentietemperatuur programmeren
(Tmin en Tmax).
Programma P2
Zelfde kenmerken als programma P1, maar met andere uuregelingen en
dagen, zie volgende tabel.
Programma P3
De in- en uitschakeluren en dagen kunnen worden gepersonaliseerd; stel
de waarden van de referentietemperatuur vast (Tmin en Tmax). Bovendien
kan de anti-vorstfunctie worden geprogrammeerd (aangeduid met ):
164
165
1
°
2
°
3
°
4
°
5
°
6
°
day
uurregeling 23.00-5.30
5.30-8.30
8.30-11.30
11.30-14.30
14.30-17.00
17.00-23.00
1
÷
5 temp.
T min
T max
T min
T max
T min
T max
day
uurregeling 23.00-7.00
7.00-10.00 10.00-12.00 12.00-16.00
16.00-18.00
18.00-23.00
6-7
temp.
T min
T max
T min
T max
T min
T max
1
°
2
°
3
°
4
°
5
°
6
°
day
uurregeling 23.00-7.00
7.00-10.00 10.00-12.00 12.00-16.00
16.00-18.00
18.00-23.00
1
÷
7 temp.
T min
T max
T min
T max
T min
T max
P1
P2
Opmerking
Tmin of Tmax betekent dat het toestel, uitgaande van de
geprogrammeerde uuregeling, ervoor zorgt dat een specifieke
geprogrammeerde temperatuur in de omgeving wordt ingesteld.
zij handhaaft de omgevingstemperatuur boven 7
°
C.
Kenmerken van de programma’s
MAN-programma
Het toestel werkt als normale omgevingsthermostaat. Het regelt de
referentietemperatuur en schakelt de belasting in en uit, zodat de
omgevingstemperatuur in de buurt van de geprogrammeerde waarde
wordt gehandhaafd.
Programma P1
De uurregeling en de dagen waarop de belasting in- en uitgeschakeld
wordt, staan vast en kunnen niet worden gewijzigd (zie de volgende tabel).
Men moet alleen de waarden van de referentietemperatuur programmeren
(Tmin en Tmax).
Programma P2
Zelfde kenmerken als programma P1, maar met andere uuregelingen en
dagen, zie volgende tabel.
Programma P3
De in- en uitschakeluren en dagen kunnen worden gepersonaliseerd; stel
de waarden van de referentietemperatuur vast (Tmin en Tmax). Bovendien
kan de anti-vorstfunctie worden geprogrammeerd (aangeduid met ):
1
°
2
°
3
°
4
°
5
°
6
°
day
uurregeling 23.00-5.30
5.30-8.30
8.30-11.30
11.30-14.30
14.30-17.00
17.00-23.00
1
÷
5 temp.
T min
T max
T min
T max
T min
T max
day
uurregeling 23.00-7.00
7.00-10.00 10.00-12.00 12.00-16.00
16.00-18.00
18.00-23.00
6-7
temp.
T min
T max
T min
T max
T min
T max
1
°
2
°
3
°
4
°
5
°
6
°
day
uurregeling 23.00-7.00
7.00-10.00 10.00-12.00 12.00-16.00
16.00-18.00
18.00-23.00
1
÷
7 temp.
T min
T max
T min
T max
T min
T max
P1
P2
Opmerking
Tmin of Tmax betekent dat het toestel, uitgaande van de
geprogrammeerde uuregeling, ervoor zorgt dat een specifieke
geprogrammeerde temperatuur in de omgeving wordt ingesteld.
zij handhaaft de omgevingstemperatuur boven 7
°
C.
165
164