Nederlands –3
1 609 929 J60 • (05.12) PS
Sluit het elektrische gereedschap aan op een
volgens de voorschriften geaard stroomnet.
Het
stopcontact en de verlengkabel moeten een goed
werkende aardeaansluiting hebben.
Controleer voor het begin van de werkzaamhe?
den de juiste werking van de aardlekschakelaar.
Laat een beschadigde aardlekschakelaar door
een Bosch?klantenservice repareren of vervan?
gen.
Maak waarschuwingsstickers op het elektrische
gereedschap nooit onleesbaar.
Ga nooit op het elektrische gereedschap staan.
Er kunnen ernstige verwondingen optreden wanneer
het elektrische gereedschap kantelt of wanneer u per
ongeluk met het zaagblad in aanraking komt.
Controleer dat de beschermkap correct werkt en
vrij kan bewegen.
Klem de beschermkap nooit in ge6
opende toestand vast.
Houd uw handen uit de buurt van de zaagomge?
ving en het zaagblad.
Bij aanraking van het zaagblad
bestaat verwondingsgevaar.
Verwijder nooit zaagresten, houtspanen en der?
gelijke uit de buurt van de plaats waar wordt ge?
zaagd terwijl het elektrische gereedschap loopt.
Breng de gereedschaparm altijd eerst in de ruststand
en schakel het elektrische gereedschap uit.
Beweeg het zaagblad alleen ingeschakeld naar
het werkstuk.
Anders bestaat er gevaar voor een te6
rugslag als het zaagblad in het werkstuk vasthaakt.
Gebruik het elektrische gereedschap alleen als
het werkoppervlak, buiten het te bewerken werk?
stuk, vrij is van alle instelgereedschappen, hout?
spanen en dergelijke.
Kleine stukken hout of andere
voorwerpen die met het ronddraaiende zaagblad in
contact komen, kunnen de bediener met hoge snel6
heid raken.
Span het te bewerken werkstuk altijd vast. Be?
werk geen werkstukken die te klein zijn om te
worden vastgespannen.
De afstand van uw hand
tot het ronddraaiende zaagblad is anders te klein.
Gebruik de zaag alleen voor de materialen die
zijn aangegeven bij het gebruik volgens de be?
stemming.
De zaag kan anders overbelast raken.
Gebruik geen stompe, gescheurde, verbogen of
beschadigde zaagbladen.
Zaagbladen met stompe
of verkeerd gerichte tanden veroorzaken door een te
nauwe zaagopening een verhoogde wrijving, vast6
klemmen van het zaagblad of terugslag.
Gebruik altijd zaagbladen met de juiste maat en
vorm (stervormig of rond) van het opnameboor?
gat.
Zaagbladen die niet bij de montagedelen van de
zaagmachine passen, lopen niet rond en leiden tot het
verliezen van de controle.
Gebruik geen zaagbladen van hooggelegeerd
sneldraaistaal (HSS?staal).
Dergelijke zaagbladen
kunnen gemakkelijk breken.
Pak het zaagblad na de werkzaamheden niet
vast voordat het afgekoeld is.
Het zaagblad wordt
tijdens de werkzaamheden zeer heet.
Gebruik het elektrische gereedschap nooit zon?
der de inlegplaat. Vervang een defecte inleg?
plaat.
Zonder een correct werkende inlegplaat kunt u
zich aan het zaagblad verwonden.
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en
kijk zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf een
grote afstand.
Dit gereedschap brengt laserstralen
van laserklasse 2 volgens EN 6082562:2001 voort.
Daardoor kunt u onbedoeld andere personen verblin6
den.
Laat kinderen het elektrische gereedschap met
laser niet zonder toezicht gebruiken.
Anders zou6
den zij andere personen kunnen verblinden.
Vervang de ingebouwde laser niet door een laser
van een ander type.
Van een laser die niet bij dit elek6
trische gereedschap past, kunnen gevaren voor per6
sonen uitgaan.
Bosch kan een juiste werking van het gereedschap uit6
sluitend garanderen indien u het voor dit gereedschap
bedoeld origineel toebehoren gebruikt.
PCM10_WEU.book Seite 3 Donnerstag, 1. Dezember 2005 9:16 09