70
| Nederlands
1 609 92A 069 | (20.2.13)
Bosch Power Tools
In- en uitschakelen
Als u het elektrische gereedschap wilt
inschakelen
, duwt u
de aan/uit-schakelaar
4
naar voren.
Als u de ingedrukte aan/uit-schakelaar
4
wilt
vastzetten
,
drukt u de aan/uit-schakelaar
4
vooraan omlaag tot deze vast-
klikt.
Als u het elektrische gereedschap wilt
uitschakelen
, laat u de
aan/uit-schakelaar
4
los. Als deze vergrendeld is, drukt u de
aan/uit-schakelaar
4
kort achteraan omlaag en laat u deze ver-
volgens los.
Om energie te besparen, schakelt u het elektrische gereed-
schap alleen in wanneer u het gebruikt.
Controleer de slijpgereedschappen voor het gebruik.
Het slijpgereedschap moet op de juiste wijze zijn ge-
monteerd en vrij kunnen draaien. Laat het slijpgereed-
schap minstens 1 minuut onbelast proefdraaien. Ge-
bruik geen beschadigde, niet-ronde of trillende
slijpgereedschappen.
Beschadigde slijpgereedschappen
kunnen barsten of verwondingen veroorzaken.
Terugslaguitschakeling
Bij een plotselinge daling van het toerental,
bijvoorbeeld blokkeren tijdens doorslijpen,
wordt de stroomtoevoer naar de motor
elektronisch onderbroken.
Als u het gereedschap
opnieuw wilt in-
schakelen
, zet u de aan/uit-schakelaar
4
in
de uitgeschakelde stand en schakelt u het
elektrische gereedschap opnieuw in.
Nulspanningsbeveiliging
De nulspanningsbeveiliging voorkomt ongecontroleerd star-
ten van het elektrische gereedschap na een onderbreking van
de stroomtoevoer.
Als u het gereedschap
opnieuw wilt inschakelen
, zet u de
aan/uit-schakelaar
4
in de uitgeschakelde stand en schakelt u
het elektrische gereedschap opnieuw in.
Aanloopstroombegrenzing
De elektronische aanloopstroombegrenzing begrenst het ver-
mogen bij het inschakelen van het elektrische gereedschap
en maakt het gebruik met een zekering van 16 A mogelijk.
Constant-electronic
De constant-electronic houdt het toerental bij onbelast en be-
last lopen vrijwel constant en waarborgt een gelijkmatige ar-
beidscapaciteit.
Vooraf instelbaar toerental
Met het stelwiel voor het vooraf instellen van het toerental
3
kunt u het benodigde toerental vooraf instellen, ook terwijl de ma-
chine loopt.
De gegevens in de volgende tabel zijn geadviseerde waarden.
Tips voor de werkzaamheden
Voorzichtig bij het frezen van sleuven in dragende wan-
den. Zie het gedeelte „Bouwkundige aspecten”.
Span het werkstuk in als het niet door het eigen ge-
wicht stabiel ligt.
Belast het elektrische gereedschap niet zo sterk dat
het tot stilstand komt.
Laat het elektrische gereedschap na sterke belasting
nog enkele minuten onbelast lopen om het inzetge-
reedschap te laten afkoelen.
Raak slijp- en doorslijpschijven niet aan voordat deze
zijn afgekoeld.
De schijven worden tijdens de werkzaam-
heden zeer heet.
Afbramen
Gebruik nooit doorslijpschijven voor afbraamwerk-
zaamheden.
Met een werkhoek van 30° tot 40° krijgt u bij het afbramen
het beste werkresultaat. Beweeg het elektrische gereed-
schap met matige druk heen en weer. Het werkstuk wordt dan
niet te heet, verkleurt niet en krijgt geen groeven.
Lamellenschijf
Met de lamellenschijf (toebehoren) kunt u ook gebogen op-
pervlakken en profielen bewerken.
Lamellenschijven hebben een aanzienlijk langere levensduur,
een lager geluidsniveau en lagere slijptemperaturen dan tradi-
tionele slijpschijven.
Materiaal
Gebruik
Inzetgereedschap
Positie stelwiel
Metaal
Verf verwijderen
Schuurblad
1 – 3
Hout, metaal
Borstelen, ontroesten
Komstaalborstel, schuurblad
3
Metaal, steen
Schuren
Slijpschijf
4 – 6
Metaal
Afbramen
Slijpschijf
6
Steen
Doorslijpen
Doorslijpschijf en geleidingsslede
(doorslijpen van steen is alleen met geleidingsslede
toegestaan)
6
OBJ_BUCH-611-005.book Page 70 Wednesday, February 20, 2013 9:29 AM