Nederlands |
103
Bosch Power Tools
2 610 A14 633 | (29.9.10)
Montage
Energievoorziening rotatielaser
Gebruik met batterijen of accu’s
Voor het gebruik van het meetgereedschap wor-
den alkalimangaanbatterijen of accu’s geadvi-
seerd.
Als u het batterijvak
14
wilt openen, draait u de
vergrendeling
15
in stand
en trekt u het bat-
terijvak naar buiten.
Let bij het inzetten van de batterijen op de juiste
poolaansluitingen overeenkomstig de afbeel-
ding in het batterijvak.
Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. Ge-
bruik alleen batterijen van één fabrikant en met
dezelfde capaciteit.
Sluit het batterijvak
14
en draai de vergrende-
ling
15
in stand .
Als u de batterijen verkeerd heeft geplaatst, kan
het meetgereedschap niet worden ingescha-
keld. Plaats de batterijen met de juiste poolaan-
sluitingen in het batterijvak.
f
Neem de batterijen uit het meetgereed-
schap als u het langdurig niet gebruikt.
Als
de batterijen lang worden bewaard, kunnen
deze gaan roesten en leegraken.
Gebruik met accupack
Laad het accupack
13
vóór het eerste gebruik
op. Het accupack kan uitsluitend worden opge-
laden met het daarvoor bestemde oplaadappa-
raat
22
.
f
Let op de netspanning!
De spanning van de
stroombron moet overeenkomen met de ge-
gevens op het typeplaatje van het oplaadap-
paraat. Met 230 V aangeduide oplaadappara-
ten kunnen ook met 220 V worden gebruikt.
Steek de bij uw stroomnet passende netstekker
23
in het oplaadapparaat
22
en laat deze vast-
klikken.
Steek de oplaadstekker
24
van het oplaadappa-
raat in de aansluiting
17
van het accupack. Sluit
het oplaadapparaat op het stroomnet aan. Het
opladen van het lege accupack duurt ongeveer
14 uur. Oplaadapparaat en accupack zijn be-
schermd tegen te lang opladen.
Een nieuw of lang niet gebruikt accupack levert
pas na ongeveer vijf oplaad- en ontlaadcycli zijn
volledige capaciteit.
Laad het accupack
13
niet na elk gebruik op,
omdat anders de capaciteit ervan verminderd
wordt. Laad het accupack alleen op als de oplaa-
dindicatie
12
knippert of continu brandt.
Een duidelijk kortere gebruiksduur na het opla-
den geeft aan dat het accupack versleten is en
moet worden vervangen.
Als het accupack leeg is, kunt u het meetgereed-
schap ook met behulp van het oplaadapparaat
22
gebruiken, als dit op het stroomnet is aange-
sloten. Schakel het meetgereedschap uit, laad
het accupack ca. 10 minuten op en schakel ver-
volgens het meetgereedschap met het aangeslo-
ten oplaadapparaat weer in.
Als u het accupack
13
wilt vervangen, draait u de
vergrendeling
16
in stand
en trekt u het ac-
cupack
13
naar buiten.
Zet een nieuw accupack in en draai de vergren-
deling
16
in stand .
f
Neem het accupack uit het meetgereed-
schap als u het gedurende lange tijd niet ge-
bruikt.
Accu’s kunnen roesten of hun lading
verliezen als deze lang worden bewaard.
Indicatie oplaadtoestand
Als de oplaadindicatie
12
voor het eerst rood
knippert, kan het meetgereedschap nog onge-
veer 2 uur worden gebruikt.
Als de oplaadindicatie
12
continu rood brandt,
zijn er geen metingen meer mogelijk. Het meet-
gereedschap wordt na 1 minuut automatisch
uitgeschakeld.
OBJ_BUCH-757-006.book Page 103 Wednesday, September 29, 2010 11:21 AM