82
| Nederlands
1 609 929 N93 | (2.9.08)
Bosch Power Tools
In- en uitschakelen
Stel voor het in- of uitschakelen de freesdiepte
in. Zie het gedeelte
„Freesdiepte instellen”
.
Als u het elektrische gereedschap wilt
inschake-
len
drukt u op de aan/uit-schakelaar
24
en
houdt u deze ingedrukt.
Als u de ingedrukte aan/uit-schakelaar
24
wilt
vastzetten
, druk u op de vastzetknop
2
.
Als u het elektrische gereedschap wilt
uitscha-
kelen
laat u de aan/uit-schakelaar
24
los, of als
deze met de blokkeerknop
2
vergrendeld is,
drukt u de aan/uit-schakelaar
24
kort in en laat
u deze vervolgens los.
Constant-electronic
De constant-electronic houdt het toerental bij
onbelast en belast lopen vrijwel constant en
waarborgt een gelijkmatige arbeidscapaciteit.
Zacht aanlopen
Het elektronisch zacht aanlopen begrenst het
draaimoment bij het inschakelen en verlengt de
levensduur van de motor.
Freesdiepte instellen (zie afbeelding D)
f
De freesdiepte mag alleen worden inge-
steld wanneer het elektrische gereedschap
uitgeschakeld is.
Ga als volgt te werk om de freesdiepte grof in te
stellen:
– Plaats het elektrische gereedschap met het
gemonteerde freesgereedschap op het te be-
werken werkstuk.
– Stel de fijninstelweg in met de draaiknop
20
in het midden. Draai daarvoor aan de draai-
knop
20
tot de markeringen
21
op één lijn lig-
gen, zoals in de afbeelding getoond. Draai
vervolgens de schaalverdeling
19
op „0”.
– Stel de standenaanslag
10
op de laagste
stand; de standenaanslag klikt merkbaar
vast.
– Draai de vleugelschroef op de diepteaanslag
14
zodanig dat de diepteaanslag
15
vrij kan
bewegen.
– Duw de ontgrendelingshendel
22
omlaag en
geleid de bovenfrees langzaam omlaag tot de
frees
7
het werkstukoppervlak raakt. Laat de
ontgrendelingshendel
22
weer los om deze
invaldiepte vast te zetten.
– Duw de diepteaanslag
15
omlaag tot deze de
standenaanslag
10
raakt. Zet de schuif met
de indexmarkering
16
op stand „0” van de
freesdiepteschaalverdeling
18
.
– Stel de diepteaanslag
15
op de gewenste
freesdiepte en draai de vleugelschroef op de
diepteaanslag
14
vast. Let erop dat u de
schuif met de indexmarkering
16
niet meer
verstelt.
– Druk op de ontgrendelingshendel
22
en ge-
leid de bovenfrees naar de bovenste stand.
Bij grotere freesdiepten dient u een aantal be-
werkingsstappen met telkens een geringe
spaanafname uit te voeren. Met behulp van de
standenaanslag
10
kunt u de freesbewerking in
verschillende fasen verdelen. Stel daarvoor de
gewenste freesdiepte met de laagste stand van
de standenaanslag in en kies voor de eerste be-
werkingsstappen eerst de hoogste standen. De
afstand van de standen kan door het verdraaien
van de instelschroeven
11
veranderd worden.
Na eenmaal proeffrezen kunt u door aan de
draaiknop
20
te draaien de freesdiepte nauw-
keurig op de gewenste maat instellen. Draai te-
gen de wijzers van de klok in om de freesdiepte
te vergroten. Draai met de wijzers van de klok
mee om de freesdiepte te verkleinen. De schaal-
verdeling
19
dient daarbij ter oriëntatie. Een
slag komt overeen met een verstelweg van
2,0 mm. Een maatstreepje op de bovenrand van
de schaalverdeling
19
komt overeen met een
verandering van de verstelweg met 0,1 mm. De
maximale verstelweg bedraagt
±
8 mm.
Voorbeeld:
De gewenste freesdiepte moet
10,0 mm zijn. Het proeffrezen leverde een frees-
diepte van 9,6 mm op.
21
OBJ_BUCH-203-003.book Page 82 Tuesday, September 2, 2008 8:46 AM