Bosch EMS 2, Руководство пользователя

Страница: 71 / 176

In bedrijf nemen
MS 200 – 6720879925 (2017/11)
71
Tabel 10 Zonnecircuit
Boiler
WAARSCHUWING:
Gevaar voor verbranding!
▶ Wanneer warmwatertemperaturen boven 60 °C zijn ingesteld of de
thermische desinfectie is ingeschakeld, moet een thermostatische
warmwatermengkraan worden geïnstalleerd.
Tabel 11 Boiler
cv-ondersteuning( )
Tabel 12 cv-ondersteuning
Vacuümbuis
pompkick 2 Ja: de solarpomp 2 wordt tussen 6:00 en 22:00 uur elke
15 minuten kortstondig geactiveerd, om de warme solar-
vloeistof naar de temperatuursensor te pompen.
Nee : pompimpulsfunctie vacuümbuiscollectoren 2 uitge-
schakeld.
Zuid-Europafunctie Ja: wanneer de collectortemperatuur tot onder de inge-
stelde waarde (

Inschakeltemp. Zuid-Eur.fc) afneemt, is
de solarpomp actief. Daardoor wordt warm boilerwater
door de collector gepompt. Wanneer de collectortempera-
tuur de ingestelde temperatuur met 2 K overschrijdt, is de
pomp uit.
Deze functie is uitsluitend voor landen bedoeld, waar van-
wege de hoge temperaturen in de regel geen vorstschade
kan ontstaan.
Opgelet! De Zuid-Europa-functie biedt geen absolute be-
veiliging tegen vorstschade. Eventueel de installatie met
solarvloeistof vullen!
Nee : Zuid-Europa-functie uitgeschakeld.
Inschakeltemp.
Zuid-Eur.fc 4 ... 5 ... 8 °C: wanneer de hier ingestelde waarde voor de
collectortemperatuur wordt onderschreden, is de solar-
pomp aan.
Collectorkoelfunc-
tie Ja: collectorveld 1 wordt bij overschrijding van 100 °C
(= Maximale collectortemp. – 20 °C) via de aangesloten
noodkoeler actief gekoeld.
Nee : collectorkoelfunctie uitgeschakeld.
Menupunt Instelbereik: functiebeschrijving
Max. temperatuur
boiler 1 Uit: 1e boiler wordt niet opgewarmd.
20 ... 60 ... 90 °C: wanneer de hier ingestelde tempera-
tuur in boiler 1 wordt overschreden, is de solarpomp uit.
Max. temperatuur
boiler 2 Uit: 2e boiler wordt niet opgewarmd.
20 ... 60 ... 90 °C: wanneer de hier ingestelde tempera-
tuur in boiler 2 wordt overschreden, is de solarpomp uit of
het ventiel gesloten (afhankelijk van de gekozen functie).
Max. temp.
zwembad Uit: zwembassin wordt niet opgewarmd.
20 ... 25 ... 90 °C: wanneer de hier ingestelde tempera-
tuur in het zwembassin wordt overschreden, is de solar-
pomp uit of het ventiel gesloten (afhankelijk van de
gekozen functie).
Max. temperatuur
boiler 3 Uit: 3e boiler wordt niet opgewarmd.
20 ... 60 ... 90 °C: wanneer de hier ingestelde tempera-
tuur in boiler 3 wordt overschreden, is de solarpomp uit,
de zwembassinpomp uit of het ventiel gesloten (afhanke-
lijk van de gekozen functie).
Voorrangsboiler Boiler 1
Boiler 2 (zwembassin)
Boiler 3 (zwembassin)
De hier ingestelde boiler is de voorrangboiler;

functie
2de boiler met ventiel (B), 2de boiler met pomp (C) en
3de boiler met ventiel (N). De boilers worden in de volgen-
de volgorde opgewarmd:
voorrang 1e boiler: 1 – 2 of 1 – 2 – 3
Voorrang 2e boiler: 2 – 1 of 2 – 1 – 3
Voorrang 3e boiler: 3 – 1 – 2
Menupunt Instelbereik: functiebeschrijving
Testinterval
voorrangsboil. 15 ... 30 ... 120 min: de solarpompen worden op het mo-
ment dat de secundaire boiler wordt opgewarmd met de
hier ingestelde regelmatige tussenpozen uitgeschakeld.
Testduur
voorrangsboiler 5 ... 10 ... 30 min: terwijl de solarpompen zijn uitgescha-
keld (

Testinterval voorrangsboil.), neemt de tempera-
tuur in de collector toe en het benodigde
temperatuurverschil voor het opwarmen van de voor-
rangsboiler wordt eventueel binnen deze periode bereikt.
Looptijd ventiel
boiler 2 10 ... 120 ... 600 s: de hier ingestelde looptijd bepaalt,
hoe lang het duurt om het 3-wegventiel van de 1e boiler
naar de 2e boiler om te schakelen of omgekeerd.
Insch.verschil
warmtew. 6 ... 20 K: wanneer het hier ingestelde verschil tussen boi-
lertemperatuur en temperatuur aan de warmtewisselaar
wordt overschreden en aan alle inschakelvoorwaarden is
voldaan, is de boilerlaadpomp actief.
Uitsch.verschil
warmtew. 3 ... 17 K: wanneer het hier ingestelde verschil tussen boi-
lertemperatuur en temperatuur aan de warmtewisselaar
wordt onderschreden, is de boilerlaadpomp uit.
Vorstbev. temp.
warmtew. 3 ... 5 ... 20 °C: wanneer de temperatuur aan de externe
warmtewisselaar de hier ingestelde temperatuur onder-
schrijdt, is de boilerlaadpomp actief. Daardoor wordt de
warmtewisselaar beschermd tegen vorstschade.
Menupunt Instelbereik: functiebeschrijving
Insch.vers.
cv-onderst. 6 ... 20 K: wanneer het hier ingestelde verschil tussen boi-
lertemperatuur en cv-retour wordt overschreden en aan
alle inschakelvoorwaarden is voldaan, dan is de boiler via
het 3-wegventiel in de cv-retour voor verwarmingsonder-
steuning opgenomen.
Uitsch.vers.
cv-onderst. 3 ... 17 K: wanneer het hier ingestelde verschil tussen de
boilertemperatuur en cv-retour wordt onderschreden,
dan wordt de boiler via het 3-wegventiel voor verwar-
mingsondersteuning gepasseerd.
Max. mengertemp.
verw. 20 ... 60 ... 90 °C: de hier ingestelde temperatuur is de
maximaal toegestane temperatuur in de cv-retour, die via
verwarmingsondersteuning mag worden bereikt.
Mengerlooptijd cv. 10 ... 120 ... 600 s: de hier ingestelde looptijd bepaalt hoe
lang het duurt om het 3-wegventiel of 3-wegmengventiel
om te schakelen van “Boiler volledig in cv-retour opgeno-
men” naar “Bypass voor de boiler” of omgekeerd.
Menupunt Instelbereik: functiebeschrijving