INHOUD VERPAKKING
Monoflex™, 1-delig of 2-delig
Bevestigingsriemen met Cinch-mount™ of Flat-
mount™, of Bevestigingsriemen met metalen
oogjes
POSITIONERING
De gebruiker in de rolstoel plaatsen en in de juiste
positie plaatsen met behulp van de bekkensteun-
riem. Bepaal de gewenste positie voor de borstriem.
Plaats de borstriem lager over de buik voor meer
bewegingsvrijheid - plaats de borstriem hoger over
de borst voor meer trekcontrole. Houd bij het kiezen
van de juiste positie rekening met interferentie met
andere apparaten.
nl
DIRECTE SCHROEFBEVESTIGING
Bevestigingsriemen kunnen direct aan harde rugleuningen worden bevestigd. Gebruik platkopschroeven
of bolkopschroeven van 6 mm (1/4”) om op het frame van de rolstoel of de harde rugleuning te bevesti-
gen. De bevestigingsschroeven dienen minimaal 90 kg te kunnen dragen (niet in het pakket inbegrepen).
MATERIAAL VOOR RIEMBEVESTIGING
Bevestigingsriemen kunnen worden bevestigd met elk type
materiaal voor riembevestiging van Bodypoint met schroev-
en van 6 mm. (HW320 bandklemmen getoond, voor andere
types zie www.bodypoint.com/hardware.aspx.
BIJSTELLING
Als de gebruiker goed zit, controleert u de pasvorm van de
riem; hij moet stevig zitten zodat de gebruiker veilig is. De
pasvorm kan enigszins worden bijgesteld door middel van de
spanbandjes met D-ring. Grote bijstellingen kunnen worden
uitgevoerd door middel van de bevestigingsbanden.
VEILIGHEIDSCONTROLE
Wanneer de gebruiker op de juiste wijze in de
rolstoel is gepositioneerd, laat de gebruiker
dan voorover leunen en naar de beide zijkanten
om de pasvorm te controleren. Controleer op:
1. Normale werking van de riemgesp en de
instelbanden.
2. Comfort - Kijk naar gebieden waar irritatie
kan optreden.
3. Positie - indien te hoog of te laag, stel de
montagepunten in.
4. Verstoring met andere apparaten – verplaats
de montagepunten indien noodzakelijk.
Cinch-Mount™
Flat-Mount™