40
41
NL
In het geval van een stroomstoring in het 230V-net slaat de acculader de uitgevoerde
werkcyclus op om deze automatisch te herstellen zodra de stroomvoorziening van het
230V-net is hersteld. Deze functie is van cruciaal belang als de acculader wordt gebruikt
om accu's op te laden zonder dat de operator toezicht houdt op de cyclus; bijvoorbeeld
tijdens zeer lange werkcycli (onderhoudsladen) of bij het opladen 's nachts (ladingen voor
voertuigen die dagelijks moeten worden opgeladen). De ingestelde parameters worden
12 uur lang opgeslagen; na 12 uur zal de acculader het opladen hervatten met de
standaardparameters.
2.5.
Veiligheidsvoorzieningen
De acculader is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen om de grootst mogelijke veiligheid
te garanderen tijdens het gebruik en de werking.
Volledige bescherming tegen vonken
Bescherming tegen kortsluiting
Spanningscompensatie
Bescherming tegen oververhitting
Bescherming tegen polariteitsverwisseling
Hoge beschermingsgraad tegen externe agens, IP65
2.6.
Accutests en foutmeldingen
De acculader is ontworpen om de toestand van de accu voor en tijdens het laden te
bepalen en te informeren over eventuele verbindingsfouten tussen de acculader en de op
te laden accu.
Led / Pictogram
/ Fout
OORZAAK
OPLOSSING
Knippert
Zeer lage accu.
De lader probeert de accu te
herstellen.
De klemmen/ringen van de
uitgangskabel zijn niet correct
op de accu aangesloten.
Polariteitomkering.
Plaats de klemmen/ringen op de
juiste manier en begin de accu
weer op te laden.
Knippert
Accuspanning te hoog. (U
probeert een 24V accu op te
laden).
Controleer de accuspanning.
De capaciteit van de accu is te
groot.
Gebruik een acculader met een
grotere oplaadcapaciteit.
De accu kan niet goed worden
opgeladen.
De accu kan defect zijn. Neem
contact op met uw
accuservicecentrum.
De accu is leeg.
Druk nogmaals op de knop, om
het opladen opnieuw te starten
en probeer de accu te herstellen.
De accu kan defect zijn.
Neem contact op met uw
accuservicecentrum.
Accu onherstelbaar na een
volledige ontzwavelingscyclus.
De accu kan defect zijn. Neem
contact op met uw
accuservicecentrum.
Het opladen van
de accu start
niet en er
brandt geen
foutmelding.
De uitgangskabel is ontkoppeld,
er is kortsluiting in de
uitgangskabel.
Plaats de klemmen/ringen op de
juiste manier en begin de accu
weer op te laden.
Accu volledig kortgesloten.
De accu kan defect zijn. Neem
contact op met uw
accuservicecentrum.
3.
Instructiehandleiding
Schakel het contact UIT (verwarming, verlichting...)
voordat u de lader gebruikt wanneer de accu in het
voertuig is geïnstalleerd.
Maak de accupolen schoon alvorens de lader te
gebruiken.
3.1.
Een accu opladen
1.
Zorg ervoor dat de voedingskabel niet op het stroomnet is aangesloten,
vooraleer de lader aan te sluiten!
2.
Aansluiting op de accu
Controleer eerst of de negatieve pool is aangesloten/ geaard op het chassis. Zo niet,
neem dan contact op met uw wederverkoper.
Sluit de uitvoerkabel aan op de lader.
Uitvoerkabel met klemmen
Sluit de rode klem (+) aan op de pluspool (+) van de accu en verbind vervolgens de
zwarte klem (-) met de aarding/het chassis van het voertuig (een zwaar uitgevoerd
metalen deel van het frame of het motorblok). Sluit niet aan op de carburator of de
brandstofleidingen).
Uitvoerkabel met ringen
Draai elke moer van de bouten van de accupolen los en verwijder deze. Sluit de
positieve ring (+) aan op de positieve pool (+) van de accu en sluit vervolgens de
negatieve ring (-) aan op de negatieve pool (-) van de accu. Vervang de moeren en
draai ze terug aan om ze vast te zetten.
Zorg er in beide gevallen voor dat de uitvoerkabel van de lader goed vastzit.
3.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
Sluit de voedingskabel van de acculader aan op het elektriciteitsnet.
De voedingsled "AAN" brandt groen = "Stand-by" modus.
4.
Selectie van de oplaadmodus