02/ 2016
BENNING MM 6-1/ 6-2
50
Meetbereik
OL-weergave
Resolutie
Nauwkeurigheid v.d. meting
600,0 Ω
660,0 Ω
0,1 Ω
± (0,9 % meet 8 digits)
7.9 Capaciteitsbereik
Voorwaarde:
condensatoren ontladen en de meetpennen overéénkomstig de
polariteit aanleggen.
Overbelastingsbeveiliging: 1000
V
AC/ DC
Meetbereik
OL-weergave
Resolutie
Nauwkeurigheid v.d. meting
1,000 µF
1,100 µF
0,001 µF
± (1,9 % meet 8 digits)
10,00 µF
11,00 µF
0,01 µF
± (1,9 % meet 5 digits)
100,0 µF
110,0 µF
0,1 µF
± (1,9 % meet 5 digits)
1,000 mF
1,100 mF
0,001 mF
± (1,9 % meet 5 digits)
10,00 mF
11,00 mF
0,01 mF
± (1,9 % meet 5 digits)
7.10 Frequentiebereik
Overbelastingsbeveiliging: 1000
V
AC/ DC
Meetbereik
OL-weergave
Resolutie
Nauwkeurigheid v.d. meting
100,00 Hz
100,00 Hz
0,01 Hz
± (0,1 % meet 5 digits)
1000,0 Hz
1000,0 Hz
0,1 Hz
± (0,1 % meet 5 digits)
10,000 kHz
10,000 kHz
0,001 kHz
± (0,1 % meet 5 digits)
100,00 kHz
100,00 kHz
0,01 kHz
± (0,1 % meet 5 digits)
Minimale frequentie:
1 Hz
Minimale gevoeligheid: > 5 V
eff
voor V
AC
(1 Hz - 10 kHz)
>
20
V
eff
voor V
AC
(10 kHz - 50 kHz), niet gespecificeerd
voor (50 kHz - 100 kHz)
>
0,6
A
eff
voor A
AC
7.11 Temperatuurbereik °C/ °F
(BENNING MM 6-1)
Overbelastingsbeveiliging: 1000
V
AC/ DC
Meetbereik
OL-weergave
Resolutie
Nauwkeurigheid v.d. meting
-40 °C - +400 °C - 44 °C - +440 °C
0,1 °C
± (1 % meet 20 digits)
-40 °F - +752 °F - 44 °F - +827,2 °F
0,1 °F
± (1 % meet 36 digits)
* Bij de aangegeven meetnauwkeurigheid, moet de meetnauwkeurigheid van
de K-type temperatuursensor opgeteld worden.
Draadtemperatuursensor K-type: Meetbereik - 60 °C tot 200 °C
Resolutie: ± 2 °C
De meetnauwkeurigheid is geldig voor stabiele omgevingstemperaturen
< ± 1 °C. Na wijziging van de omgevingstemperatuur van ± 2 °C zijn de
meetnauwkeurigheidsgegevens na 2 uur geldig.
7.12 PEAK HOLD voor AC V/ AC A
Bij de aangegeven meetnauwkeurigheid moeten ± 150 digits worden gevoegd.
Blokgolfsignalen zijn niet gespecificeerd.
8. Meten met de BENNING MM 6-1/ MM 6-2
8.1 Voorbereiden van metingen.
- Gebruik en bewaar de BENNING MM 6-1/ MM 6-2 uitsluitend bij de aange-
geven werk- en opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
- Controleer de gegevens op de veiligheidsmeetsnoeren ten aanzien van
nominale spanning en stroom. Origineel met de BENNING MM 6-1/ MM 6-2
mee ge le verde snoersets voldoen aan de te stellen eisen.
- Controleer de isolatie van de veiligheidsmeetsnoeren. Beschadigde meets-
noeren direct verwijderen.
- Veiligheidsmeetsnoeren testen op correcte doorgang. Indien de ader in het
snoer onderbroken is, het meetsnoer direct verwijderen.
- Voor dat met de draaischakelaar
een andere functie gekozen wordt,
dienen de meetsnoeren van het meetpunt te worden afgenomen.
- Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING MM 6-1/ MM 6-2 kunnen
leiden tot instabiele aanduiding en/ of meetfouten.
8.2 Spannings- en stroommeting
Let op de maximale spanning t.o.v. aarde.
Gevaarlijke spanning!