6 / 24 NL
Koelkast/Gebruikershandleiding
Koelkast/Gebruikershandleiding
Ve
i
l
i
ghe
i
ds-en omgev
i
ngs
i
nstruct
i
es
• Plaats geen containers gevuld met
water op de koelkast; dit kan bij
morsen elektrische schokken of vuur
veroorzaken.
• Laad de koelkast niet te vol met
voedsel. Indien de koelkast overladen is,
kan voedsel naar beneden vallen bij het
openen en u kwetsen of de koelkast
beschadigen.
• Plaats geen objecten op de koelkast;
deze kunnen naar beneden vallen
wanneer u de deur open of dicht doet.
• Producten die een nauwkeurige
temperatuurregeling nodig hebben
(vaccins, hittegevoelige medicatie,
wetenschappelijke materialen, enz.)
mogen niet in koelkast bewaard
worden.
• De koelkast moet worden losgekoppeld
indien deze langdurig niet wordt
gebruikt. Een mogelijk probleem met de
stroomkabel kan vuur veroorzaken.
• De koelkast kan bewegen als de
stelvoetjes niet juist op de vloer
worden vastgezet. De stelvoetjes juist
vastzetten op de vloer kan voorkomen
dat de koelkast beweegt.
• Hef de koelkast niet aan het handvat bij
verplaatsing. Anders breekt het.
• Als u het product naast een andere
koelkast of diepvriezer plaatst, moet
de afstand hiertussen minstens 8 cm
zijn. Anders kunnen aaneensluitende
zijwanden nat worden.
• Gebruik het product nooit als de sectie
boven- of achteraan op het product
dat elektronische printplaten bevat,
geopend is (elektronische printplaat
deksel) (1).
1
1
Voor modellen met een
drinkfontein
• De druk van de koud waterinlaat mag
maximum 8 bar bedragen. Als uw
waterdruk hoger is dan 5,5 bar moet
u een drukbegrenzer gebruiken in uw
netwerk. Als u niet weet hoe u uw
waterdruk kunt controleren, moet u
hulp vragen van een professionele
loodgieter.
• Als het risico bestaat op een
waterslageffect in uw installatie
moet u altijd een waterslag preventie
apparatuur installeren. Raadpleeg
een professionele loodgieter als u niet
zeker bent of er een waterslageffect
aanwezig is in uw installatie.
• Installeer deze niet op de warme
waterinlaat. Neem de nodige
maatregelen tegen het bevriezen van
de leidingen. De watertemperatuur
bedrijfsinterval moet minimum 0,6°C
en maximum 38°C zijn.