44
Gebruiksaanwijzing BOM 520 / 820
Afb. 6 - Aanbrengen van de wand-
bevestiging
Opdat de deur/poort vrij kan lopen onder de looprail
moet de afstand x groter zijn dan 20 mm. Kies af-
stand x zo dat de schuifstang geen grotere hoek
krijgt dan 45o (zie afbeelding 11).
Zet het in de voorbereiding van de montage vastge-
stelde hoogste punt a van de loopbaan van de deur/
poort plus afstand x om op de latei.
Houd de wandbevestiging (10) op de totale hoogte
(a + x) verticaal boven het deurbeslag en teken de
bevestigingsboringen aan. Boor met de 10 mm
steenboor gaten voor de pluggen en schroef de
wandbevestiging vast.
6
a
X
a
X
10
10
7
13
8
7
8
1
17
10
9
Afb. 7 - Plafondbevestiging looprail
Breng de middenophanging (13) aan aan de looprail
(8) voor het verbindingsstuk (7) in de richting van de
wandbevestiging.
Afb. 8 - Plafondbevestiging
Opgelet:
De aandrijving moet tegen neervallen
beveiligd worden.
Zet de gemonteerde aandrijving in een schuine hoek
ten opzichte van de deur/poort en schroef hem vast
met de wandbevestiging (10). Richt de aandrijving
zo uit dat de looprail horizontaal en parallel tussen de
looprails van de deur/poort loopt.