Functies
en
Instellingen
:
Dip
Switch
#1
#2
#3
#4
#5
#6
#7
#8
#9
#10
Sound
‐
to
‐
light
OFF
OFF
Auto
Beam
ON
OFF
DMX/Slave
mode
ON
OFF
ON
DIP
switch
instellingen:
Stand
alone
:
(1).
Sound
active
(muziekgestuurd):
#1
en
#2
=
OFF
(2).
Auto
(beam)
run:
#1
ON
en
#2
OFF
Master
/
Slave
mode
:
(1).
DMX
en
DMX
Slave
&
Master:
#1
en
#10
ON,
#2
OFF
(2).
Zet
alle
slave
‐
units
#2
op
ON,
wanneer
master
‐
unit
#1
ON,
dan
staan
alle
units
in
auto
run
mode;
wanneer
master
‐
unit
#1
OFF,
dan
staan
alle
units
in
muziekgestuurde
mode.
DMX
mode
:
Deze
mode
stelt
u
in
staat
om
een
universeel
DMX
‐
512
bedieningspaneel
te
gebruiken.
1.
Installeer
de
units.
2.
Gebruik
standaard
XLR
kabel
om
de
units
met
elkaar
te
verbinden
via
de
XLR
connectoren
op
de
achterkant
van
de
units.
De
laatste
unit
dient
te
worden
afgesloten
met
een
afsluitweerstand
van
120
Ohm
om
storing
te
voorkomen.
3.
Wijs
een
DMX
adres
toe
aan
elke
unit
voor
de
functies
m.b.v.
de
dipswitches.
4.
Schakel
nu
alle
units
aan.
Gebruik
de
DMX
controller
om
de
units
te
bedienen.