• Het is mogelijk dit alarm uit te schakelen door op de knop van de schermverlichting
(1) te drukken. De weergave van de signaalontvangst (16) blijft knipperen om aan te
geven dat de verbinding tussen de apparaten nog niet hersteld is.
BATTERIJSTATUS
• Het babytoestel en het oudertoestel zijn beiden voorzien van een controle-inrichting voor de
batterijstatus.
• Het controlelampje werking van de zender knippert om de twee seconden en de ontvanger
geeft een pieptoon af om aan te geven dat de (oplaadbare) batterijen bijna leeg zijn.
• Het babytoestel schakelt na 10 seconden en het oudertoestel na 20 seconden automatisch
uit om schade aan de oplaadbare batterijen te voorkomen.
INSTELLING VAN HET GELUIDSVOLUME
• Het oudertoestel (ontvanger) beschikt over meerdere volumeniveaus: 1-5 en mute.
• Druk op de pijl aan de bovenzijde van de volumeknop (3) om het geluid te verhogen of op de
pijl aan de onderzijde om het geluid te verlagen. Het geselecteerde geluidsvolume wordt
weergegeven op de volume-indicator (17). Als er geen enkele streep op de volume-indicator
wordt weergegeven betekent dit dat de “mute” stand ingeschakeld is.
WAARSCHUWINGEN EN AANWIJZINGEN
VOOR GEBRUIK
• Net als ieder ander product dat gebruik maakt van radiogolven, kan de goede werking van
de Babycall HD gehinderd worden door de aard van de obstakels tussen de zender en de
ontvanger, de weersomstandigheden, de oriëntatie van de zend- en ontvangstapparaten, de
nabijheid van elektrische huishoudapparaten, de televisie of de radio, die zich op minstens
3 meter afstand van de ontvanger moeten bevinden.
• Zorg ervoor dat de apparaten tijdens de werking altijd rechtop staan.
• Test bij het eerste gebruik, en hierna regelmatig, de goede kwaliteit van de geluidsweergave en van
de ontvangst waarbij de aanbevolen afstand tussen de apparaten in acht genomen moet worden.
• Voor een verlengde levensduur van de oplaadbare batterijen en optimale werkprestaties
van de Babycall HD, raden wij u aan de ontvanger op het stroomnet aan te sluiten.
• Houd de apparaten op afstand van vocht- of hittebronnen (radiator van de verwarming, direct
zonlicht …). De aanbevolen maximale omgevingstemperatuur voor het gebruik van de Babycall
HD bedraagt 28°C.
• GEBRUIK UITSLUITEND DE BIJGELEVERDE ADAPTERS.
• DE APPARATEN MOGEN NIET GEDEMONTEERD OF ONDERGEDOMPELD WORDEN.
• EEN ONJUISTE AANSLUITING OF EEN KORTSLUITING OP DE OPLAADBARE BATTERIJEN,
met name veroorzaakt door het aansluiten van de poolklemmen van de ontvanger op
metalen onderdelen, KAN LEIDEN TOT ONHERSTELBARE SCHADE.
• Probeer gebruikte batterijen niet te openen en werp deze niet in het vuur of in water.
• Schakel de Babycall HD bij onweer uit en haal tevens de stekkers van de adapters uit het
stopcontact.
11
10
11
10
• Sluit, om de oplaadbare batterijen van de ontvanger op te laden, het toestel direct op de
stroom aan met behulp van de adapter of plaats het op de lader. Laat de batterijen
minstens 16 uur opladen voor het eerste gebruik en 4 uur voor elk gebruik hierna.
Tijdens het opladen van het oudertoestel op de lader, licht het controlelampje werking (9)
rood op. Dit lampje wordt na volledige lading van de batterijen groen.
• Druk, om het apparaat in te schakelen, enkele seconden op de aan/uit knop (2). Het
controlelampje werking (9) moet oplichten. Druk, om het apparaat uit te schakelen,
opnieuw enkele seconden op de aan/uit knop.
ONTVANGST
• De ontvangst wordt automatisch weergegeven bij het inschakelen van de zender en de
ontvanger.
• U heeft de keuze uit twee ontvangsttypes:
-
Geluidsindicatie dankzij de in de ontvanger geïntegreerde speaker.
-
Visuele indicatie dankzij de controlelampjes (6) waarvan het verloop verschilt naar gelang de
door uw baby afgegeven geluiden.
• VOX MUTING: de Babycall HD maakt gebruik van de Vox Muting technologie die het mogelijk
maakt de ontvanger in stand-by te zetten indien er geen geluiden worden waargenomen. Het
apparaat schakelt automatisch opnieuw in zodra het een geluid detecteert.
WEERGAVE VAN DE TEMPERATUUR
EN GELUIDSALARM
• Het babytoestel (zender) meet de temperatuur van het vertrek en verzendt deze informatie
automatisch naar het oudertoestel (ontvanger).
• Onder de 18°C (64°F) of boven de 28°C (82°F), wordt er via de ontvanger een piep afgegeven
en knipperen het controlelampje (6) en de temperatuurweergave (15).
• Het is mogelijk dit alarm uit te schakelen door op de knop van de schermverlichting (1) te
drukken. Het logo °C (of °F) blijft knipperen om aan te geven dat de temperatuur van de
kamer nog altijd buiten de aanbevolen waarden ligt.
• Als de temperatuur in het vertrek lager is dan 0°C (32 °F), geeft de display (15) “LO” weer.
Als de temperatuur in het vertrek hoger is dan 37°C (99°F), geeft de display “HI” weer.
• Het is mogelijk de temperatuur in °C of °F weer te geven. Open hiertoe het
batterijcompartiment van de ontvanger (7) met een geschikte schroevendraaier en verwijder
de batterijen uit het compartiment. Zet vervolgens de instelknop van de
temperatuureenheid op de gewenste stand. Breng de batterijen opnieuw aan en sluit het
compartiment af door de schroef vast te draaien.
GELUIDSALARM SIGNAALVERLIES
• Om te voorkomen dat de verbinding tussen de apparaten verbroken wordt, is het
oudertoestel voorzien van een alarmsysteem voor signaalverlies.
• Indien het oudertoestel geen signaal ontvangt, geeft het een pieptoon af en knippert de
weergave van de signaalontvangst (16).
NL
