55
V
V
e
e
i
i
l
l
i
i
g
g
h
h
e
e
i
i
d
d
s
s
i
i
n
n
s
s
t
t
r
r
u
u
c
c
t
t
i
i
e
e
s
s
Houdt alstublieft rekening met de volgende instructies
om zich zelf en andere tegen mogelijke verwondingen
te beschermen.
L
Geef de veiligheidsvoorschriften aan alle personen,
die met deze machine werken, door.
L
Bewaar deze veiligheidsvoorschriften goed.
Reparaties aan het toestel dienen door de
fabrikant resp. door door hem benoemde
bedrijven te geschieden.
Maak u voor gebruik met het apparaat vertrouwd, met
behulp van de bedieningshandleiding.
Gebruik de machine alleen waar hij voor gemaakt is (zie
“Reglementaire toepassing”).
Wees oplettend. Let op dat, wat u doet. Ga met
verstand te werk. Gebruik het toestel niet, wanneer u
moe bent of onder de invloed van drugs, alcohol of
medicamenten staat. Een moment van onoplettendheid
bij het gebruik van het toestel kann tot ernstige
verwondingen leiden.
De spanenafzuiging alleen bij
−
vaste
−
glasse
−
trillingvrije ondergrond exploiteren.
Er dient voor voldoende frisse lucht en
lichtverhoudingen te worden gezorgd.
Zorg dat uw werkomgeving op orde is. Rommel kan
ongevallen veroorzaken.
De spanenafzuiging niet in vochtige of natte omgwing
alsook in de buurt van brandbare vloeistoffen of gassen
exploiteren.
Het exploiteren van de afzuiginstallatie is niet
toegestaan in door explosie bedreigde ruimten.
Niet afgezogen mogen worden:
−
Vonkenvervaardigende machines of
ontstekingsbronnen.
−
hout- of metaalstukken.
−
explosieve en de gezondheid bedreigende media
zoals laknevels, gassen en stoffen.
Werk alleen met alle veiligheidsvoorzieningen op de
juiste wijze aangebracht. Verander niets aan de
machine wat de veiligheid in gevaar kan brengen.
Apparaat resp. onderdelen van het apparaat niet
veranderen.
Machine niet in de regen laten staan. Niet in de regen
met die machine werken.
Laat de machine niet zonder toezicht achter.
Personen onder 16 jaren en personen die niet met het
afzuigen bekend zijn, is het exploiteren verboden.
De bedienende persoon is binnen het arbeitsbereik van
de machine verantwoordelijk ten opzichte van derden.
Kinderen dienen uit de buurt van het apparaat te
worden geweerd.
Het apparaat mag niet
met water worden afgespoten
(bron van gevaar voor elektrische stroom).
Bewaar het toestel veilig op.
Niet benutte toestellen in
een droge, gesloten en voor kinderen ontoegankelijke
ruimte bewaren.
Schakel de machine uit en neem de
steker uit het
stopcontact
bij:
−
reparatiewerkzaamheden
−
onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
−
bij het verhelpen van storing
−
controle van de aansluitleidingen, of deze
verstrengeld of beschadigd zijn
−
transport
−
wisselen van de spanenzak
−
verlaten van de machine (ook bij korte
onderbreking)
Onderzoek de machine op eventuele
beschadigingen.
−
Voor het verdere gebruik van de machine moeten
alle veiligheidsvoorzieningen gecontroleerd worden
op de juiste montage en het goed functioneren.
−
Controleer of alle bewegende delen van de machine
goed functioneren en niet klemmen of beschadigd
zijn. Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en
goed functioneren om de machine correct te laten
werken.
−
Beschadigde veiligheidsvoorzieningen en
onderdelen moeten deskundig door een erkende
vakwerkplaats of fabrikant worden gerepareerd of
vervangen, wanneer niet anders in deze
gebruiksaanwijzing is vermeld.
−
Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers
dienen te worden vervangen.
Elektrische veiligheid
De aansluitkabel moet volgens IEC 60 245 (H 07 RN-F)
zijn, met een draad doorsnede van minstens:
−
1,5 mm² bij een lengte tot 25 m.
−
2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m.
Lange en dunne aansluitkabels zorgen voor een
spanningsverlies. De motor bereikt zijn maximale
vermogen niet meer, de werking van het toestel wordt
minder.
Stekker en aansluitdozen aan aansluitleidingen moeten
uit rubber, zacht PVc of een ander thermoplastisch
materiaal van dezelfde mechanische vastheid zijn of
met dit materiaal zijn gecoat.
De steekvoorziening van de aansluitleiding moet tegen
spatwater beveiligd zijn.
Let er bij het leggen van de aansluitkabel op dat deze
niet stoort, bekneld raakt, geknikt wordt en de
steekverbinding niet nat wordt.
Gebruik de kabel niet voor doeleinden warvoor hij niet
geschikt is. Bescherm de kabel tegen hitte, olie of
scherpe randen. De steker niet met de kabel uit het
stopcontact trekken.
Wikkel bij gebruik van een kabeltrommel de kabel
geheel af.
Controleer de verleng kabel regelmatig op
beschadigingen en vervang hem als hij beschadigd is.
Gebruik geen defecte kabels.