Version: B
- 13 -
Wanneer bijvoorbeeld een brand in een afgelegen deel
van het huis, op een andere verdieping, in de
schoorsteen-, wand-, dakzone of achter een gesloten deur
uitbreekt, kan de rook mogelijkerwijze niet op tijd de
rookmelder bereiken om de leden van het huishouden te
verwittigen. Een rookmelder zal een brand in een
omgeving of kamer alleen onmiddellijk herkennen indien
hij ginds geïnstalleerd is.
6. De rookmelder kan mogelijkerwijze niet steeds ieder lid
van het huishouden alarmeren. Het alarmsignaal is luid
genoeg om personen bij een mogelijk gevaar te
waarschuwen. Desalniettemin kunnen zich situaties
voordoen waarin een lid van het huishouden het alarm
niet kan horen (bv. lawaai binnen- of buitenshuis,
personen met een zeer diepe slaap, drugs- of
alcoholconsumptie, een gehoorstoornis enz.). Indien u
vermoedt dat deze rookmelder mogelijkerwijze een lid
van het huishouden niet kan alarmeren, installeert u
speciale rookmelders en maakt u hiervan gebruik. Ieder
lid van het huishouden moet de waarschuwingstoon van
het alarm kunnen horen en er snel op kunnen reageren,
teneinde het risico op brandschade en -letsels, of zelfs de
dood, te verkleinen. Heeft een lid van het huishouden een
gehoorstoornis, installeer dan speciale rookmelders met
lichten of trillende toestellen om bewoners te
waarschuwen.
7. Rookmelders kunnen alleen een alarmtoon laten
weerklinken
wanneer
ze
rook
bespeuren
of
verbrandingspartikels in de lucht herkennen. Ze zijn niet
geschikt voor het bespeuren van hitte, vlammen of gas.
Deze rookmelder is voorzien om een akoestische
waarschuwing te geven wanneer zich een brand
ontwikkelt. Evenwel breiden vele branden zich snel uit,
zijn explosief of worden opzettelijk aangestookt; andere
worden
door
argeloosheid
of
veiligheidsrisico’s
veroorzaakt. In dergelijke gevallen bereikt de rook
mogelijkerwijze de rookmelder niet SNEL GENOEG
om een veilig ontkomen te garanderen.
8. Rookmelders hebben hun grenzen. Deze rookmelder is niet
onfeilbaar en garandeert geen bescherming van leven of
eigendom tegen vuur. Rookmelders zijn geen vervanging
voor een verzekering. Huiseigenaren en huurders dienen
leven
en
eigendom
voldoende
te
verzekeren.
Daarenboven is het te allen tijde mogelijk dat de
rookmelder faalt. Om deze reden moet u de rookmelder
wekelijks testen en het toestel om de 10 jaar vervangen.
Installeer rookmelders nooit ofte nimmer
op de volgende plaatsen:
1. In de buurt van toestellen of zones waarin regelmatig een
normale rookontwikkeling optreedt (keukens, kachels,
warmwaterboilers). Gebruik voor deze zones speciale
rookmelders die het activeren van een ongewenst alarm
voorkomen.
2. In omgevingen met hoge luchtvochtigheid, zoals
badkamers, of in omgevingen in de buurt van vaatwassers
of wasmachines. Houd bij de installatie ten minste
3 meter afstand ten opzichte van deze zones.
3. In de buurt van ver- en ontluchtingsschachten of
openingen voor de aanvoer van warmte en koude. Houd
bij de installatie ten minste 1 meter afstand van deze
zones. De lucht zou de rook van de rookmelder weg
kunnen blazen en zodoende het alarm onderbreken of
verhinderen.
4. In ruimten waarin de temperaturen onder 0 °C kunnen
zakken of boven 40 °C kunnen stijgen, of waarin de
luchtvochtigheid meer dan 93% bedraagt. Deze
omstandigheden verkorten de levensduur van de batterij
of lokken een vals alarm uit.
5. In extreem stoffige, vuile of door insecten aangetaste
zones, aangezien partikels de werking van de rookmelder
beïnvloeden en kunnen verstoren.
Bedrijf:
Test
Om een ordentelijke werking te waarborgen, test u het toestel
door op de testknop te drukken. Er weerklinkt een alarmtoon
indien de elektronica, het alarmsignaal en de batterij
functioneren. Indien geen alarmsignaal weerklinkt, kan dit
aan een defecte batterij of een andere storing liggen. Lees het
gedeelte ‘fouten verhelpen’ om een oplossing te vinden.
Gebruik NOOIT OFTE NIMMER een naakte vlam om het
alarm te testen. U kunt het alarm beschadigen of brandbare
materialen aansteken en een brand teweegbrengen.
OPGELET: houd, door toedoen van het hoge geluidsniveau
(85 decibel) van het alarm, tijdens het testen steeds ca. een
armlengte afstand van het toestel.
Controleer de rookmelder eenmaal per week om een
ordentelijke werking te waarborgen. Een onregelmatig of stil
signaal van uw rookmelder kan op een defecte rookmelder
wijzen. Lees het gedeelte ‘fouten verhelpen’ om een
oplossing te vinden.
INSTRUCTIE: EEN WEKELIJKSE CONTROLE IS
VEREIST.
