84
Heeft u alle instructies gelezen en begrepen?
Opmerkingen over boomverzorging en het kappen
van bomen
Let bij het kappen van bomen op de landspecifieke
voorschriften of de statuten voor boombescherming van
de steden of gemeenten.
Zachte vorm- en zorgsnoei en het kappen van bomen in de
tuin zijn het hele jaar door toegestaan.
Voor de bescherming van dieren en broedende
vogels zijn zorgsnoei en het kappen van bomen
echter verboden van 1 maart tot 30 september.
W
W
a
a
n
n
n
n
e
e
e
e
r
r
i
i
s
s
h
h
e
e
t
t
j
j
u
u
i
i
s
s
t
t
e
e
m
m
o
o
m
m
e
e
n
n
t
t
v
v
o
o
o
o
r
r
b
b
o
o
o
o
m
m
v
v
e
e
r
r
z
z
o
o
r
r
g
g
i
i
n
n
g
g
?
?
Let bij de zorgsnoei van bomen op het juiste tijdpunt, als u uw
bomen niet onnodig wilt beschadigen.
Aanbevelingen voor het snoeien:
Winteruitgang (januari - maart): Het verwijderen van de
takken in het fijntakbereik, bevordert een sterke
vernieuwing en is relatief besparend voor de bomen.
Lente tot de zomer (april-juni): In de groeifase wordt de
regeneratie van spruiten begunstigd door een gematigde
snoei.
Zorgsnoei (het afsnijden van dood hout) kan altijd worden
uitgevoerd.
Let ook op de weersomstandigheden:
De snoei in de lente moet niet bij mingraden worden
gedaan, de ontstaande sneden genezen erg slecht.
Bovendien breken de takken enigszins af bij temperaturen
onder het vriespunt. De juiste dag voor het snijden is
daarom een vorstvrije en droge dag.
Snijd ook niet bij te veel regen, het vocht bevordert de
aantasting van schimmels en ongedierte.
Of vraag een specialist die u het juiste moment voor
boomverzorging kan noemen en u tips kan geven.
Gedurende het zagen
T
T
e
e
r
r
u
u
g
g
s
s
l
l
a
a
g
g
v
v
a
a
n
n
d
d
e
e
z
z
a
a
a
a
g
g
Wat is zaagterugslag?
Zaagterugslag is het plotseling hoog- en terugslaan van
de draaiende kettingzaag in richting van de gebruiker.
Dit ontstaat, wanneer
het uiteinde van de geleiderail het zaaggoed (onop-
zettelijk) of andere vaste voorwerpen raakt.
de zaagketting aan de punt van het geleidingsrail klemt.
De kettingzaag reageert ongecontroleert en veroorzaakt vaak
zware verwondingen bij de gebruiker.
H
H
o
o
e
e
k
k
a
a
n
n
i
i
k
k
z
z
a
a
a
a
g
g
t
t
e
e
r
r
u
u
g
g
s
s
l
l
a
a
g
g
v
v
e
e
r
r
m
m
i
i
j
j
d
d
e
e
n
n
?
?
Wees bij zijdelingse sneden, schuin- en langssneden
bijzonder voorzichtig, omdat hier de klauwenaanslag niet wordt
aangezet.
De kettingzaag altijd vast met beide handen houden.
Zaag voor een betere controle met de onderhkant van
het geleidingsrail. Zet de kettingzaag altijd zo vlak als
mogelijk aan.
Nooit met de punt van het geleidingsrail zagen.
Zagen met de bovenkant kan een terugslag van de
zaag verwekken, wanneer de zaagketting klemt of op een
vast voorwerp in het hout stoot.
Slecht met draaiende zaagketting de snede beginnen.
Werk alleen met correct gescherpte en gespannen
zaagketting.
De klauwenaanslag (15) als hendel gebruiken.
Nooit over schouderhoogte werken.
Nooit meerdere takken in één keer doorzagen. Bij het
ontlasten erop letten dat geen andere tak wordt geraakt.
Bij het inkorten naar mogelijkheid gebruik maken van een
zaagblok.
Steeksneden mogen slechts door geschoold personeel
worden uitgevoerd.
A
A
l
l
g
g
e
e
m
m
e
e
e
e
n
n
g
g
e
e
d
d
r
r
a
a
g
g
b
b
i
i
j
j
h
h
e
e
t
t
s
s
n
n
o
o
e
e
i
i
e
e
n
n
Zaag nooit met één hand.
Houdt de
kettingzaag steeds met beide handen vast, linker
hand aan de voorste handgreep (13) en rechter
hand aan de achterste handgreep (14).
Houdt de kettingzaag licht rechts van uw eigen lichaam.
Vermijdt een abnormale lichaamshouding. Zorg voor een
stabiele en uitgebalanceerde houding.
Bij het inschakelen moet de kettingzaag goed ondersteund
en vastgehouden worden. Ketting en geleiderail moeten vrij
staan.
Begin met het snijden pas, wanneer de zaagketting het vol
toerental heeft bereikt.
Werk nooit
met gestrekte armen
aan moeilijk te bereiken plekken
boven schouderhoogte
op een ladder, een steiger of een boom staande.
Bedien de kettingrem bij het opzoeken van een boom.
Bij werkpauzes dient de kettingzaag zodanig te worden
beveiligd (afdekking van de geleiderail, kettingrem
activeren) en neergelegd dat niemand in gevaar wordt
gebracht. Kettingzaag beveiligen tegen onbevoegd gebruik.
Werk nooit alleen. Houd voortdurend mondeling en visueel
contact met andere personen, zodat in geval van nood
onmiddellijk hulp kan worden geboden
Stop meteen de motor bij dreigend gevaar of in geval van
nood.
Laat de machine nooit zonder toezicht draaien.
Beëindig de werkzaamheden direct, wanneer lichamelijk
ongemak optreedt (bv hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid,
enz.) – er staat een verhoogd gevaar voor ongelukken!
Las tijdens het zagen pauzes in, zodat de motor kan
afkoelen.
Zet de heet geworden kettingzaag niet in het droge gras of
op brandbare voorwerpen.
Raak nooit met draaiende zaag draadafrasteringen of de
vloer.