86
boomkruin, met bomen in de nabijheid, hangrichting,
gezondheidstoestand van de boom en windrichting.
Op
deze kant wordt de velkerf ingesneden.
Bevrijdt het werkbereik aan de stam van storende takken,
struikgewas en obstakels en zorg zo voor een stabiele
stand.
Maak de stamvoet grondig schoon – zand, stenen en
andere vreemde voorwerpen maken de zaagketting stomp
of kunnen deze beschadigen.
Houdt u rekening met de gezondheidstoestand van de
boom – wees voorzichtig bij stammen met beschadigingen
of dood hout (uitgedroogd, vermolmd of afgestorven hout).
B
B
o
o
o
o
m
m
v
v
e
e
l
l
t
t
e
e
c
c
h
h
n
n
i
i
e
e
k
k
:
:
Zaag een ca. 1/3 van de boomdoorsnede diepe velkerf in de
stam. Zet eerst de horizontale snede en dan als tweede een
snede van boven in de hoek van 45°.
Schreeuw de waarschuwing
" Attentie"
of "
de boom is
falling
" alvorens viel te beginnen velsnede.
Zaag nu op de tegenover liggende kant van de stam een
horizontale velsnede. Deze snede dient iets hoger (ca. 4
cm) te worden aangezet dan de horizontalge snede van de
velkerf.
In geen geval de stam doorzagen. Er moeten ca. 1/10 van
de stamdoorsnede blijven staan. Indien de boom voortijdig
begint te vallen, meteen de kettingzaag uit de snede trekken
en terug of naar opzij stappen.
Drijf de spie in de horizontale velsnede om de boom tot val
te brengen.
Let op vallende takken of twijgen, wanneer de boom begint
te vallen.
Onderhoud en reiniging
Voor aanvang van iedere onderhouds- en
reinigingsbeurt
Toestel uitschakelen
Stilstand van de hoogsnoeier afwachten
Accu ontnemen
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden die niet in dit
hoofdstuk worden genoemd, mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door de fabrikant of door hem aangewezen
bedrijven.
De in het kader van onderhoud of reiniging verwijderde
veiligheids-voorzieningen moeten absoluut weer correct
aangebracht en gecontroleerd worden.
Gebruik alleen originele onderdelen. Andere onderdelen
kunnen onverwachte schade en verwondingen tot gevolg
hebben.
Onderhoud
Draag handschoenen om verwondingen te
voorkomen.
Opdat een lang en betrouwbaar gebruik van de kettingzaag is
gewaarborgd, voer de volgende onderhoudswerkzaamheden
regelmatig uit.
Controleer kettingzaag
op
losse of beschadigde zaagketting
slijtage, in het bijzonder de ketting, geleiderail en het
kettingwiel.
versleten of beschadigde onderdelen
correct gemonteerde en onbeschadigde afdekkingen of
veiligheidsvoorzieningen.
Noodzakelijke reparaties of onderhoudswerkzaamheden
dienen vóór gebruik van de hoogsnoeier te worden
uitgevoerd.
Z
Z
a
a
a
a
g
g
k
k
e
e
t
t
t
t
i
i
n
n
g
g
e
e
n
n
g
g
e
e
l
l
e
e
i
i
d
d
e
e
r
r
a
a
i
i
l
l
De zaagketting en geleiderail zijn onderhevig aan
hoge slijtage. Vervang de zaagketting en geleiderail
onmiddellijk, als de goede werking niet gegarandeerd
is,
„
Montage geleiderail en zaagketting“.
S
S
c
c
h
h
e
e
r
r
p
p
e
e
n
n
v
v
a
a
n
n
d
d
e
e
z
z
a
a
a
a
g
g
k
k
e
e
t
t
t
t
i
i
n
n
g
g
U kunt alleen veilig en goed werken met een
scherpe en schone zaagketting.
Beschadigde of
onjuist geslepen zaagkettingen verhogen het
terugslaggevaar!
Een zaagketting moet geslepen worden, wanneer
in plaats van zaagspaanders alleen nog houtstof wordt
uitgeworpen
de hoogsnoeier gedurende het snijden door het hout moet
worden gedrukt.
Zaagketting en zwaard zijn aan grote slijtage blootgezet.
Vervang de zaagketting en het zwaard direct, wanneer de
correcte werking niet is gewaarborgd.
U kunt uw zaagketting echter ook met een kettingsl-
ijpapparaat KSG 104 (artikel-nr.: 302230) of KSG 220 A
(artikel-nr.: 302360) zelf slijpen.
Type kettingzaag
Oregon 91 P052X
Dieptebegrenzerafstand T
0,64 mm (.025“)
Slijphoek
α
30°
Wighoek
β
60°
Uitstalhoek 90°
K
K
e
e
t
t
t
t
i
i
n
n
g
g
w
w
i
i
e
e
l
l
De belasting van het kettingwiel (8) is bijzonder groot.
Controleer de tanden van het kettingwiel regelmatig op slijtage
of beschadiging.
Een versleten of beschadigd kettingwiel reduceert de
levensduur van de zaagketting en dient vandaar
meteen door de klantenservice te worden vervangen
Reiniging
Reinig de kettingzaag
zorgvuldig na ieder gebruik, opdat
de foutloze werking blijft bewaard.
Reinig de behuizing met een zachte borstel of een droge
doek.
Water, oplosmiddelen en polijstmiddelen mogen niet
worden toegepast.
Let erop dat de ventilatiegleuven voor de
motorkoeling vrij zijn (gevaar van oververhitting).