User manual UNii
Rev.2.11 – 14-07-2022
24
NL
Bediening
Inschakelen
Om het systeem in te schakelen druk op de functietoets ‘Inschak.’, er wordt nu gevraagd om een geldige Pincode
in te voeren. Zodra de geldige Pincode is ingevoerd zullen de secties of groepen waar de gebruiker voor
geautoriseerd is worden getoond en kunnen deze ingeschakeld worden. Voor de naam van de sectie of groep
wordt een open bolletje getoond, deze geeft aan dat de sectie of groep is uitgeschakeld. Als het bolletje knippert is
de sectie of groep niet gereed om in te schakelen. Als het bolletje gesloten is dan is de sectie of groep al
ingeschakeld.
Selecteer de secties of groepen die ingeschakeld moeten worden met behulp van de ‘Selecteer’ functietoets.
Achter elke sectie of groep verschijnt dan een vink (
). Er kunnen meerdere secties of groepen geselecteerd
worden. Als alle secties of groepen zijn geselecteerd druk op de ‘Inschak.’ functietoets om de geselecteerde
secties of groepen in te schakelen.
Na het starten van de inschakelprocedure wordt de uitlooptijd hoorbaar (indien ingesteld) met de buzzer van het
keypad. De laatste 5 seconden van de uitlooptijd piept de buzzer sneller. Het openen van een vertraagde ingang
na het verstrijken van de uitlooptijd zal de inloop procedure starten.
Indien een inschakeling niet succesvol voltooit kan worden (bv. als er een ingang open blijft staan) dan zal het
systeem niet inschakelen. Op dat moment wordt er een dubbele piep via de buzzer van het keypad en op de
luidspreker uitgang van de UNii hoorbaar.
Naast het gebruik van een Pincode kan er ook met een pas geschakeld worden als het keypad is voorzien van een
ingebouwde paslezer. Voor het inschakelen met een pas zie ‘Schakelen met Pas’ verderop in deze handleiding.
NB. Wanneer de bediening door de installateur geconfigureerd is voor inschakelen zonder code, zal de stap voor
het vragen van een code worden overgeslagen.
Uitschakelen
Om het systeem uit te schakelen druk op de functietoets ‘Uitschak.’, er wordt nu gevraagd om een geldige
Pincode in te voeren. Na het invoeren van een geldige code worden de secties of groepen getoond die
uitgeschakeld kunnen worden. Voor de naam van de sectie of groep wordt een dicht bolletje getoond, deze geeft
aan te geven dat de sectie of groep is ingeschakeld. Selecteer met behulp van de ‘Selecteer’ functietoets de
secties of groepen die uitgeschakeld moeten worden. Achter elke sectie of groep verschijnt dan een vink (
). Er
kunnen meerdere secties of groepen geselecteerd worden. Als alles secties of groepen zijn geselecteerd druk op
de ‘Uitschak.’ functietoets om de geselecteerde secties of groepen uit te schakelen.
Sneltoetsen
De 3 linker functie toetsen kunnen ook als sneltoets gebruikt worden. Uw installateur kan bijvoorbeeld
programmeren dan een sneltoets wordt gebruikt om bepaalde secties in de nachtstand in te schakelen of een
uitgang te activeren op de poort te openen. Vraag uw installateur naar de mogelijkheden.
Status
Met behulp van de Status functietoets kan de sectie status van het systeem bekeken worden. Een open bolletje
betekent sectie uitgeschakeld, een knipperend bolletje betekent sectie of groep niet gereed om in te schakelen en
een dicht bolletje betekent sectie of groep ingeschakeld. Uw installateur kan het systeem zo programmeren dat
het dat de status wordt weergegeven als statusnaam i.p.v. sectie namen, bijvoorbeeld ‘Deel’, ‘Totaal’, ‘Afwezig’
etc.