6
FORECAST
kans op ijzel
Als het weerstation de buitenunit heeft ontvangen schakelt deze automatisch over op ontvangst van de
DCF-77 atoomtijd.
2.4 (DCF) tijd:
Als het symbool knippert, is de klok de atoomtijd aan het ontvangen. Is deze gesynchroniseerd met
de atoomtijd die door de zender ‘DCF77’ radiografisch wordt verstuurd blijft het symbool
continue
zichtbaar. Als dit symbool niet oplicht dan wordt de tijd via de interne klok van het weerstation
weergegeven. De DCF77 zender staat in Frankfurt, Duitsland. De ontvangst van de DCF77-tijd is in
principe mogelijk in geheel West Europa. Tijdens zomertijd verschijnt DST onder het symbool .
2.5 Koppelen weerstation / buiten-unit:
Automatisch:
Zodra de batterijen in het weerstation zijn geplaatst, gaat de weersverwachting animatie icoon knipperen.
Met de toetsen
▼
en ▲
op het front van het weerstation dient het actuele weertype te worden ingegeven.
Na een 15 seconden schakelt het weerstation over op de ontvangst van de buiten-unit en gaat op zoek
naar een signaal van de buiten-unit. Als u binnen die minuut batterijen heeft geplaatst in de buiten-unit
en deze units ‘vinden’ elkaar, dan koppelen deze units zichzelf automatisch aan elkaar en verschijnen op
de display van het weerstation de temperatuur, luchtvochtigheid, regenhoeveelheid, windsnelheid en de
windrichting zoals de buiten-unit die doorstuurt. Daarna schakelt het weerstation over op ontvangst van
het DCF-77 klok signaal om met de zender in Frankfurt te synchroniseren (zie Klok).
Handmatig:
Als de units elkaar niet automatisch vinden, of na het vervangen van de batterijen, dan
kunt u als volgt de buiten-unit (opnieuw) aan het weerstation koppelen:
1. houd toets
▲
op het weerstation gedurende 2 seconden ingedrukt, het antennesymbool
in het display verschijnt en de waarden gaan knipperen
2. druk kort onder op de buiten-unit op toets RESET
3. na enkele seconden hebben de units elkaar (weer) gevonden
3. PLAATSEN VAN DE BUITEN-UNIT
Als de buiten-unit is aangemeld aan het weerstation en dit werkt allemaal correct, kan de buiten-unit met
buitensensor (wind- en regensensor) buiten worden geplaatst. Naar keuze kunt u de buiten-unit op een
vlakke ondergrond (bijvoorbeeld een hek of railing of tegen de muur m.b.h. van de diversen meegelever-
de masten) plaatsen of op een paal (max. Ø 37mm.(exclusief)) met meegeleverde beugels. Zorg er in elk
geval voor dat de unit minimaal 1,5 meter boven de grond geplaatst wordt en dat de unit vrij in de regen
en in de wind staat.
Aangezien de buitensensor en buitenunit met een draad is verbonden kan de buitenunit dichter bij het
weerstation (max. afstand 30 meter) worden geplaatst of op oog hoogte om de buitenunit beter af te
kunnen lezen.
In geval van wandmontage kunnen het weerstation en buitenunit aan een enkele schroef opgehangen
worden. Met het uitklappen van de tafelstandaard kan het weerstation op een vlakke ondergrond worden
geplaatst.
Plaatsingstips buiten-unit:
Om de regen- en windmeter zo nauwkeurig mogelijk te laten werken, moet de regen- en windmeter zo
exact mogelijk horizontaal staan.
Om aan te kunnen geven uit welke richting de wind vandaan komt,
moet de regen- en windunit op het Noorden gericht worden. Zorg dat de
windvaan naar voren is gericht (achterkant van de windvaan zit boven
de arm en het dichtstbij de regensensor. Zie hiervoor de aanduiding
“direction for setting wind vane” boven op de regen- en windmeter.
Gebruik een nauwkeurige kompas (exclusief) om de unit goed te richten.
Zie 6.5 Wind Meting - Wind Direction om de windroos in het display te
activeren.
Weercondities:
Als de weer animatie regen aangeeft maar één van de temperatuurweergaven is
onder 0°C, dan zal er sneeuw worden weergegeven in de animatie.
IJzel alarm:
Het icoon van ijzelalarm zal op het scherm verschijnen wanneer de
buitentemperatuur tussen -2°C en +3°C is.
°C/°F
RESET
reset
in lijn
Noorden