96
7.11
Een handset zoeken
U kunt een handset lokaliseren door op op het basisstation te
drukken. Alle handsets die op het basisstation zijn geregistreerd,
produceren een oproeptoon en geven op het display
“PAGING”
(
PAGING
) weer. U kunt de pagingfunctie uitschakelen door op / /
op een willekeurige handset of op het basisstation op te
drukken.
Opmerking:
Als er een oproep binnenkomt terwijl de pagingfunctie wordt gebruikt,
vervangt het gerinkel van de telefoon de oproeptoon.
8 TELEFOONBOEK
Elke handset bevat een telefoonboek waarin men tot vijftig
contactpersonen kan opslaan met naam en nummer. Voor
elk telefoonboekcontact zijn er maximaal 24 cijfers voor het
telefoonnummer en 14 tekens voor de naam beschikbaar. U kunt ook
verschillende beltonen selecteren voor uw telefoonboekcontacten.
Opmerking:
De verschillende beltonen worden alleen afgespeeld wanneer u bent
geabonneerd op de dienst nummerweergave en als het inkomende
nummer overeenkomt met het opgeslagen nummer.
De telefooncontacten worden alfabetisch op naam opgeslagen.
8.1
Een nieuw contact toevoegen
In de stand-bymodus:
t
Druk op
om het telefoonboek te openen.
t
Druk op
OK
om
“TOEVOEGEN”
(
ADD
) weer te geven.
t
Druk op
OK
en voer vervolgens de naam in.
t
Druk op
OK
en voer het nummer in.
t
Druk op
OK
en / om de gewenste beltoon voor uw
contactpersoon in het telefoonboek te selecteren. U kunt kiezen uit
10 beltonen.
t
Druk op
OK
om de contactpersoon op te slaan.