148
1
kost de nodige tijd. Om blijvende schade aan de kachel te voorkomen, moet dit
instoken geleidelijk en op een laag vuur gebeuren. Houd dit vuur laag gedurende
de eerste vier tot vijf uur; daarna kunt u het stookvermogen geleidelijk verhogen.
Laat de kachel tenminste nog drie tot vier uur constant branden. Tijdens de eerste
werking is het normaal dat er zich een onaangename geur vormt, zorg ervoor dat
u de ruimte tijdens deze periode goed ventileert.
Ventileer het vertrek voldoende.
Laat de kachel nooit draaien als de branddeur open is. Houd de deur altijd
gesloten tijdens de werking van de kachel.
D. nORMaaL gebRUiK Van De KacheL
KEY P1
KEY P2
LED 1
KEY P3
KEY P6
KEY P5
KEY P4
LED 5
LED 4
DISPLAY B
DISPLAY A
LED 2
LED 3
Afb. 2
• Toets P1: verhoog de door de gebruiker vereiste kamertemperatuur. P1 kan
ook gebruikt worden om een indicatie van de rookgastemperatuur te geven
en het verbrandingsniveau te tonen
• Toets P2: verlaag de door de gebruiker vereiste kamertemperatuur.
• Toets P3: activeert de mogelijkheid om de gewenste kamertemperatuur aan te
passen.
• Toets P4: (AAN-UIT) om alarmen in en uit te schakelen, te ontgrendelen.
• Toets P5 en P6: om het uitgangsvermogen van de verbranding te verhogen of
te verlagen.
• Led 1: timer is geactiveerd
• Led 2: wormaandrijving is geactiveerd.
• Led 3: ontvangt input van afstandsbediening.
• Led 4: indicator van thermostaat
• Led 5: insteltemperatuur of binnenste instelmenu.
• Display A: tijdens het opstarten wordt de bovenstaande status getoond, tijdens
de normale werking wordt de verbrandingswaarde getoond, bij wijziging van
parameters toont het de parameter die gewijzigd wordt
• Display B: tijdens het opstarten wordt de bovenstaande status getoond, tijdens
de werking wordt de vereiste kamertemperatuur door de gebruiker getoond,
tijdens de instelling van inputs toont het de parameteroutput.
D.1 De KacheL RegeLen
D.1.1. gewone en ongewone opstartprocedure en werkingsmodus
D.1.1.1 gewone opstartprocedure en werkingsmodus