25
Nederlands
BEDIENING
Nadat u eenmaal een naam heeft ingevoerd, kunt u zien
welke componenten met welke aansluitingen zijn verbonden
en zo dus gemakkelijk een ingangsbron kiezen. Indien er op
VIDEO 2 bijvoorbeeld een videogame-speler is
aangesloten, kunt u die bron de naam “GAME” geven.
Indien er op aansluiting DIGITAL 1 een DVD-speler is
aangesloten, kunt u die bron “DVD” noemen.
1
Druk op MENU zodat “Input Name” op het
display verschijnt.
2
Druk op de INPUT-keuzetoets en kies de
ingang die u een naam wilt geven (VIDEO 2,
DIGITAL 1 of DIGITAL 2).
3
Druk op MENU + of – om de naam te kiezen.
Indien u in stap 2 hierboven VIDEO 2 hebt gekozen,
veranderen de namen bij elke druk op + in de
onderstaande volgorde:
Indien u in stap 2 hierboven DIGITAL 1 of 2 hebt
gekozen, veranderen de namen bij elke druk op + in de
onderstaande volgorde:
Opmerkingen
• “D1:” verschijnt vóór de naam wanneer DIGITAL 1 is gekozen,
en “D2:” verschijnt vóór de naam wanneer DIGITAL 2 is
gekozen.
• Door indrukken van – worden de namen in de omgekeerde
volgorde weergegeven.
4
Herhaal de stappen 1 t/m 3 om een naam te
geven aan de ingangsaansluitingen VIDEO 2,
DIGITAL 1 en DIGITAL 2.
Druk op MENU na het instellen van de menufuncties. Het
invoerdisplay verschijnt weer.
VIDEO 2
VIDEO 2: CABLE
VIDEO 2: SAT
VIDEO 2: DVD
VIDEO 2: LD
VIDEO 2: CD
VIDEO 2: MD
VIDEO 2: GAME
DIGITAL 1
D1: DVD
D1: LD
D1: SAT
D1: CD
D1: MD
D1: GAME
MENU
0
Display
Instelling/Symptoom
OFF
De functie voor automatisch in- en uitschakelen
wordt geannuleerd.
1
[Zwak signaal] De functie voor het automatisch
inschakelen wordt niet geactiveerd ookal wordt een
signaal ontvangen, of de functie voor het
automatisch uitschakelen wordt geactiveerd ookal
wordt een signaal ontvangen.
2
[Normaal signaal] Kies normaal gesproken voor
deze stand om de Auto Power functie in te
schakelen.
3
[Sterk signaal] De functie voor het automatisch
inschakelen wordt geactiveerd, ookal wordt geen
signaal ontvangen, of de functie voor het
automatisch uitschakelen wordt niet geactiveerd
ookal wordt geen signaal ontvangen.
Druk op MENU na het instellen van de menufuncties. Het
invoerdisplay verschijnt weer.
Instellen van de helderheid van het
display
De helderheid van het display van de regeleenheid kan als
volgt worden ingesteld:
1
Druk op MENU zodat “Dimmer” op het display
verschijnt.
Het helderheidsniveau van dat moment (zoals
“Dimmer: ±0”) wordt weergegeven.
2
Druk op MENU + of – om de helderheid in te
stellen.
Door indrukken van + wordt het display helderder, en
door indrukken van – wordt het display donkerder. De
helderheid kan worden ingesteld op een waarde van –3
(donkerst) tot +3 (helderst). Het helderheids3
(het helderst) is hetzelfde als de helderheid van het
display direct nadat de VS-10 bediend werd.
Druk op MENU na het instellen van de menufuncties. Het
invoerdisplay verschijnt weer.
Invoeren van namen voor de
ingangsaansluitingen
Desgewenst kunt u de ingangsaansluitingen VIDEO 2,
DIGITAL 1 en DIGITAL 2 een naam geven. (De namen die
zijn gegeven aan (ingangsaansluitingen) TV of VIDEO
kunnen niet worden gewijzigd.)
MENU
0
MENUFUNCTIES