Wanneer het toestel uit staat, wordt er
geen video en/of audio van een
weergave-apparaat doorgegeven naar de
tv
l
De functie voor HDMI-bediening is uitgeschakeld.
Schakel de functie voor HDMI instelling in. Zie voor details:
– “De functie voor HDMI-bediening instellen” (p. 36)
Het toestel kan niet worden bediend met
de afstandsbediening
l
Het apparaat bevindt zich buiten het werkingsbereik.
Gebruik de afstandsbediening binnen het werkingsbereik. Zie
voor details:
– “Werkingsbereik van de afstandsbediening” (p. 16)
l
De batterijen raken leeg.
Plaats nieuwe batterijen. Zie voor details:
– “Vervangen van de batterij in de afstandsbediening” (p. 16)
l
De afstandsbedieningssensor van het toestel wordt
blootgesteld aan direct zonlicht of andere sterke verlichting.
Pas de lichtval aan, of verplaats het toestel.
De tv kan niet worden bediend met de
afstandsbediening van de tv
l
Het toestel dekt de sensor voor de afstandsbediening van de
tv af.
Plaats het toestel zo dat het de sensor voor de
afstandsbediening van de tv niet blokkeert.
Het toestel kan niet worden bediend met
de afstandsbediening van de tv
l
De functie voor HDMI-bediening is incorrect.
Controleer of de instellingen correct zijn geconfigureerd, als
volgt.
– De functie voor HDMI-bediening van het toestel is
ingeschakeld.
– De functie voor HDMI-bediening is ingeschakeld op de tv.
– Stel de audio-uitgang in op een andere mogelijkheid dan tv.
Als het toestel niet kan worden bediend met de
afstandsbediening van de tv, ook nadat de instellingen correct
zijn gemaakt:
– Schakel dit toestel en de tv uit en vervolgens weer in.
– Haal de stekkers van de netsnoeren van het toestel en van de
externe apparatuur die via HDMI-kabels op het toestel is
aangesloten uit het stopcontact. Doe de stekkers na ongeveer
30 seconden opnieuw in het stopcontact.
l
De tv en de BD/DVD-speler zijn niet van dezelfde fabrikant.
Wij raden u aan gebruik te maken van toestellen zoals een tv en
een BD/DVD-speler van dezelfde fabrikant.
l
De tv biedt geen ondersteuning aan de functies van het
toestel.
Zelfs als uw tv de functie voor HDMI-bediening ondersteunt, is
het mogelijk dat sommige functies niet beschikbaar zijn. Zie de
bij uw tv geleverde documentatie voor details.
Nl
42
Wanneer er een probleem optreedt
(Audio)
Geen geluid
l
Er is een andere signaalbron geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron. Zie voor details:
– “Basisprocedure voor weergave” (p. 26)
l
De functie voor het tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave (Mute) is in werking.
Schakel de dempingsfunctie uit. Zie voor details:
– “Basisprocedure voor weergave” (p. 26)
l
Het volume is te laag.
Zet het volume hoger. Zie voor details:
– “Basisprocedure voor weergave” (p. 26)
l
Het netsnoer van het toestel is niet goed aangesloten.
Controleer of de stekker van het netsnoer van het toestel goed
in het stopcontact zit. Zie voor details:
– “Aansluiten van het netsnoer” (p. 25)
l
De aansluitingen zijn gemaakt op de ingangsaansluitingen
van de weergave-apparatuur.
Verbind de ingangsaansluiting van het toestel met de
uitgangsaansluiting op de weergave-apparatuur.
l
Het toestel ontvangt signalen die het niet kan weergeven.
Verander de digitale audio-uitgangsinstelling op de weergave-
apparatuur in PCM, Dolby Digital of DTS.
l
Het toestel is zo geconfigureerd dat binnenkomende HDMI-
audiosignalen worden weergegeven door de tv.
Configureer het toestel zo dat binnenkomende HDMI-
audiosignalen worden weergegeven door de toestel. Zie voor
details:
– “Instellen van de weergave van HDMI-audio” (p. 37)
l
De functie voor HDMI-bediening (HDMI Control) is
uitgeschakeld.
Wanneer er een tv die ARC (Audio Return Channel) ondersteunt
op het toestel wordt aangesloten met alleen een HDMI-kabel,
moet u de functie voor HDMI-bediening inschakelen.
Om audiosignalen te laten weergeven door het toestel wanneer
de functie voor HDMI-bediening is uitgeschakeld, moet u de
audio-uitgangsaansluiting van de tv verbinden met de TV-
ingangsaansluiting (optisch digitaal) van het toestel via de
optisch digitale audiokabel.
Zie voor details:
– “De functie voor HDMI-bediening instellen” (p. 36)
– “Aansluiten van een tv die Audio Return Channel (ARC) niet
l
Geluid van een tv met ingeschakelde functie voor HDMI-
bediening wordt via de ingebouwde luidsprekers van de tv
weergegeven.
Gebruik de HDMI-instellingen van de tv om de audioweergave
in te stellen op een andere optie dan de ingebouwde
luidsprekers van de tv.
Er klinkt geen geluid uit de subwoofer
l
Het volume van de subwoofer is te laag.
Zet het volume van de subwoofer hoger. Zie voor details:
– “Basisprocedure voor weergave” (p. 26)
l
Het weer te geven bronsignaal bevat geen zeer lage tonen.
Geef een bronsignaal weer met zeer lage tonen en controleer of
het geluid wordt weergegeven door de subwoofer.
Nl
43