2
Nl
INLEIDING
1
A
(aan/uit)
Schakelt het toestel in en uit, of activeert wachtstand.
Zelfs indien het toestel in wachtstand staat, verbruikt het nog
een kleine hoeveelheid stroom.
2
Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt infrarode signalen van de afstandsbediening.
3
STANDBY/ON-lampje
4
SP (SPEAKERS) A/B-lampjes
Branden afhankelijk van welke luidsprekers u hebt
geselecteerd.
Beide lampjes branden als beide luidsprekersets zijn
geselecteerd.
5
SLEEP-lampje
Brandt als de sluimerklok ingeschakeld is
(zie bladzijde 11).
6
Multi-infoscherm
Geeft gegevens weer tijdens het aanpassen of wijzigen
van instellingen.
7
PURE DIRECT-lampje
Brandt als de functie Pure Direct is ingeschakeld.
8
Voorpaneelscherm
Geeft informatie weer over de status van het toestel.
9
PURE DIRECT-knop
Geeft elke ingangsbron weer in de zuiverst mogelijke
kwaliteit. (zie bladzijde 11).
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
Voorpaneel
Opmerking
Lampje
Status
Helder
brandend
Het toestel is ingeschakeld.
Gedempt
Het toestel staat in wachtstand.
Uit
Het toestel is uitgeschakeld.
Trek de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact om
dit toestel uit te schakelen.