199
of ogen. Als er contact is geweest, spoel het getroffen gebied dan met
veel water af en zoek medisch advies.
• Apparatuur moet zo zijn ontworpen dat het onjuist plaatsen van cellen
of batterijen niet mogelijk is en moet duidelijke polariteitsmarkeringen
hebben. Let altijd op de polariteitsmarkeringen op de cel, batterij en
apparatuur en zorg voor correct gebruik.
• Cellen van verschillende merken, capaciteit, grootte of type niet door
elkaar gebruiken in een batterij.
• Zoek onmiddellijk medisch advies als een cel of batterij is ingeslikt.
• Raadpleeg de fabrikant van de cel of batterij over het maximum aantal
cellen dat in een batterij kan worden gemonteerd en over de veiligste
manier waarop cellen kunnen worden aangesloten.
• Voor elk apparaat moet een speciale oplader worden verstrekt.
Er moeten volledige oplaadinstructies worden verstrekt voor alle
secundaire cellen en batterijen die te koop worden aangeboden.
• Houd de cellen en batterijen schoon en droog.
• Veeg de cel- of batterijpolen af met een schone, droge doek als ze vuil
worden.
• Secundaire cellen en batterijen moeten vóór gebruik worden
opgeladen. Raadpleeg altijd de instructies van de fabrikant van de cel
of batterij en gebruik de juiste oplaadprocedure.
• Houd secundaire cellen en batterijen niet opgeladen wanneer ze niet
gebruikt worden.
• Na langdurige bewaren kan het nodig zijn om de cellen of batterijen
meerdere keren op te laden en te ontladen om maximale prestaties te
verkrijgen.
• Bewaar de originele cel- en batterijliteratuur voor toekomstig gebruik.
• Houd bij het weggooien van secundaire cellen of batterijen, cellen of
batterijen van verschillende elektrochemische systemen gescheiden
van elkaar.