
9
NL
IN GEBRUIK
Bij inschakeling geeft de lader kortstondig het ingestelde laadprogramma weer d.m.v.
een cijfer in het display en één of meerdere led’s onder ‘charge process’. Bij start van het
laadproces controleert de ProMax 200 eerst de accuspanning. Mocht de accuspanning
niet akkoord zijn dan wordt dit aangegeven met een error indicatie.
Het laadproces bestaat uit max. 5 fases, afhankelijk van het ingestelde laadprogramma.
De duur van het totale laadsproces is afhankelijk van de accukwaliteit, accucapaciteit,
diepte van ontlading, de aanwezigheid van gebruikers die nog stroom vragen en van het
ingestelde laadprogramma. Verder kunnen eventuele foutmeldingen het laadproces
vertragen. Een korte beschrijving van elke laadfase:
1. Hoofdlading (boost) = T1
Elke lading begint in deze fase, ongeacht of de accu vol is of niet. De laadstroom
bedraagt 100% en de spanning loopt op tot dat de ingestelde waarde is bereikt. De
hoofdlading heeft altijd een minimale tijdsduur van 30min. Als een volle accu wordt
aangesloten duurt deze fase dan ook maar 30 minuten.
Tijdens deze fase blijft de rode led onder ‘charge process’ opgelicht.
2. Nalading (equalize) = T2
In deze fase blijft de lader doorladen op de ingestelde waarde. Doordat de accu vol raakt
neem de laadstroom af. Het omslagpunt naar de volgende fase is afhankelijk van het
laadprogramma. Deze fase heeft echter altijd een maximum tijdsduur van 4 uur.
Thermische stops worden hierin niet meegerekend.
Tijdens deze fase blijft de gele led onder ‘charge process' opgelicht.
3. Compensatie (compensate) = T3
Dit is een speciale en extra laadfase om het sulvaat af te breken wat ontstaat bij
regelmatige (diepe) ontladingen. De spanning loopt hierbij op naar 16Volt. Deze fase
komt danook alleen voor bij enkele laadprogramma’s onder een stand alone toepassing
(geen verbruikers aanwezig tijdens het laadproces). Voor het merendeel van de gesloten,
onderhoudsvrije accu’s is deze fase niet geschikt. De comp. fase duurt maximaal 4 uur.
Thermische stops worden hierin niet meegerekend.
Tijdens deze fase
knippert
de gele led onder ‘charge process’.
4. Druppellading (float) = T4
De accu is vol en wordt in deze fase onderhouden door middel van een lagere, stabiele
spanning van 13,5Volt of 13,8Volt, afhankelijk het laadprogamma. In deze fase kan de
lader nog zijn maximale stroom leveren zonder dat de lader weer naar de hoofdlading
gaat. Hierdoor kan de Promax 200 indirect als voeding dienen voor eventuele
gebruikers. Indien de accuspanning voor langere tijd onder 12,65Volt daalt, schakelt de
lader automatisch terug op de hoofdlading (T1).
Tijdens deze fase blijft
de groene led onder ‘charge process’ opgelicht.
5. Jogging = T5
Als tijdens de druppellading de laadstroom langer dan 24 uur onder de 10% is gebleven
schakelt de lader over naar jogging. D.m.v. deze fase wordt voorkomen dat een accu die
lange tijd onder druppellading staat ‘lui’ wordt. In deze fase wordt er geen laadstroom
afgegeven, maar staat de lader in een wacht stand. Als de accuspanning tot 12,65Volt
gedaald is, schakelt de lader automatisch terug naar de hoofdlading (T1).
Tijdens deze fase
knippert
de groene led onder ‘charge process’.