48
Voor uw veiligheid
Een terugslag is het gevolg van het verkeerd ge-
bruik of onjuiste gebruiksomstandigheden van de
zaagmachine. Terugslag kan worden voorkomen
door geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hier-
onder beschreven:
❏
Houd de zaagmachine met beide handen vast
en breng uw armen in een stand waarin u de
terugslagkrachten kunt opvangen. Blijf altijd
opzij van het zaagblad en breng het zaagblad
nooit op één lijn met uw lichaam.
Bij een terug-
slag kan de zaagmachine naar achteren sprin-
gen. De bedienende persoon kan de terugslag-
krachten echter door geschikte voorzorgsmaat-
regelen beheersen.
❏
Als het zaagblad vastklemt of als u de werk-
zaamheden onderbreekt, schakelt u de zaag-
machine uit en houdt u deze rustig in het
werkstuk totdat het zaagblad tot stilstand is
gekomen. Probeer nooit om de zaagmachine
uit het werkstuk te verwijderen of de machine
achteruit te trekken zolang het zaagblad be-
weegt. Anders kan er een terugslag optreden.
Stel de oorzaak van het vastklemmen van het
zaagblad vast en maak deze ongedaan.
❏
Als u een zaagmachine die in het werkstuk
steekt weer wilt starten, centreert u het zaag-
blad in de zaaggroef en controleert u of de
zaagtanden niet in het werkstuk zijn vastge-
haakt.
Als het zaagblad vastklemt, kan het uit
het werkstuk bewegen of een terugslag veroor-
zaken wanneer de zaagmachine opnieuw
wordt gestart.
❏
Ondersteun grote platen om het risico van een
terugslag door een vastklemmend zaagblad
te verminderen.
Grote platen kunnen onder
hun eigen gewicht doorbuigen. Platen moeten
aan beide zijden worden ondersteund, zowel
in de buurt van de zaagopening als aan de
rand.
❏
Gebruik geen stompe of beschadigde zaag-
bladen.
Zaagbladen met stompe of verkeerd
gerichte tanden veroorzaken door een te nau-
we zaagopening een verhoogde wrijving, vast-
klemmen van het zaagblad of terugslag.
❏
Draai voor het begin van de zaagwerkzaam-
heden de instellingen voor de zaagdiepte en
de zaaghoek vast.
Als de instellingen tijdens
het zagen veranderen, kan het zaagblad vast-
klemmen en kan er een terugslag optreden.
❏
Wees bijzonder voorzichtig bij „invallend za-
gen” in bestaande muren of andere plaatsen
zonder voldoende zicht.
Het invallende zaag-
blad kan bij het zagen in niet-zichtbare voor-
werpen blokkeren en een terugslag veroorza-
ken.
❏
Controleer voor elk gebruik of de onderste be-
schermkap correct sluit. Gebruik de zaagma-
chine niet als de onderste beschermkap niet
vrij kan bewegen en niet onmiddellijk sluit.
Klem of bind de onderste beschermkap nooit
in de geopende stand vast.
Als de zaagmachi-
ne op de vloer valt, kan de onderste bescherm-
kap verbogen worden. Open de beschermkap
met de terugtrekhendel en controleer dat de
kap vrij beweegt en dat deze bij alle zaaghoe-
ken en zaagdiepten het zaagblad of andere
delen niet aanraakt.
❏
Controleer de functie van de veer voor de on-
derste beschermkap. Als de onderste be-
schermkap en de veer niet correct werken,
dient u de zaagmachine te laten repareren
voordat u deze gebruikt.
Beschadigde delen,
plakkende aanslag of ophoping van spanen la-
ten de onderste beschermkap vertraagd wer-
ken.
❏
Open de onderste beschermkap alleen met de
hand bij bijzondere zaagwerkzaamheden,
zoals invallend zagen en haaks zagen. Open
de onderste beschermkap met de terugtrek-
hendel en laat deze los zodra het zaagblad in
het werkstuk is ingevallen.
Bij alle andere
zaagwerkzaamheden moet de onderste be-
schermkap automatisch werken.
❏
Leg de zaagmachine niet op de werkbank of
op de vloer zonder dat de onderste bescherm-
kap het zaagblad bedekt.
Een onbeschermd
uitlopend zaagblad beweegt de zaagmachine
tegen de zaagrichting en zaagt wat er in de
weg komt. Let op de uitlooptijd van de zaagma-
chine.
❏
Werk met de zaagmachine niet boven uw
hoofd.
Zo heeft u geen voldoende controle over
het elektrische gereedschap.
HKS 28 A - Buch Seite 48 Montag, 10. Dezember 2007 3:20 15