NEDERLANDS
12
Tabel 1: functies van de haakschakelaar en potentiaalmeter
(afb. 2)
schakelaar/potentiaal
functies
S 2
werkingsomkeer voor de geveringang:
S 2 geopend: pomp draait bij gesloten gevercontact
S 2 gesloten: pomp draait met open gevercontact
S 3
testloop:
S 3 geopend: met testloop
S 3 gesloten: zonder testloop
S 4
werkingsomkeer voor de TLS-aansluiting:
S 4 geopend: pomp schakelt uit bij watertekort (drukverhoging)
S 4 gesloten: pomp schakelt in bij overloop (dompelpomp)
S 5
schakelaar wordt niet gebruikt
S 6
werkingsomkeer voor de TLS-aansluiting:
S 6 boven gesloten: pomp schakelt af bij watertekort
S 6 onder gesloten: pomp schakelt in bij overloop
S 7
schakelaar voor functie-uitbreiding uitgang (optie)
P1
instelling op de Nominale stroomwaarde van de pompmotor
P2
nalooptijd na afschakeling van de pomp (0 – 2 min)
P3
tijdvertraging voor afschakeling bij watertekort/inschakeling bij overloop
Optie 24 V:
aansluiting voor nog niet voorgemonteerde functie-uitbreidingen,
bijvoorbeeld voor aansturing van een externe Y/
∆
combinatie voor
installaties met groter vermogen, potentiaalvrij wisselcontact, max.
contactbelasting 250 V, 1 A.
Gever P:
aansluiting voor een druk- en/of vlotterschakelaar voor het in- en uit-
schakeling van de pomp.
TLS:
droogloopbeveiliging en/of overloopbeveiliging. De verschillende
mogelijkheden van de droogloopbeveiliging en de op dat moment
ingestelde aansluiting worden weergegeven in afb. 3.
WSK:
aansluiting voor motorbeveiliging WSK (wikkelingsbeveiligings-
contact) of PTC (motorbeveiliging met weerstandsvoeler).
Men dient de haakschakelaars en potentiaalmeters voor de verschil-
lende apparaatfuncties in te stellen op de printplaat van het appa-
raat. De instellingen zijn weergegeven in tabel 1.
6 Inbedrijfname
Bij inbedrijfname van installaties met schakelkast ER 1 (-A) dienen de
in tabel II aangegeven instellingen voor de diverse toepassingen uitge-
voerd te worden.
7 Onderhoud
De installatie is onderhoudsvrij.
8 Storingen, oorzaken, oplossingen
groene LED knippert:
motorbeveiliging is aangesproken. Er is geen automatische reset na
opheffing van de storing.
Oplassing: hoofdschakelaar op ’0’ zetten.
rode LED brandt:
uitschakeling als gevolg van watertekort en/of overloop. Automatische
reset na opheffing van de storing. Resetten is ook mogelijk door de
hoofdschakelaar op ’0’ te zetten.
SSM:
bei iedere storingsmelding en overloopmelding.
Indien de storing niet opgelost kan worden, dient u zich in
verbinding te stellen met uw installateur en/of met de WILO
servicedienst.
Tabel 2: instelling van de haakschakelaar en potentiaalmeter voor diverse toepassingen
schakelaar/potentiaal
drukverhoging
brandblusinstallatie
afvalwater**
S 2
*
0*
*
1*
0
S 3
0
0
1
S 4
0
0
1
S 6
boven
boven
onder
6
P1 (R 10)
overeenkomstig typeplaatje van de motor
6
P2 (R 27)
2
2
0
6
P3 (R 48)
0,5
0,5
0
*
* 0
→
haakschakelaar geopend, 1
→
haakschakelaar gesloten
** fabrieksinstelling
Technische wijzigingen voorbehouden!
Summary of Contents for ER 1
Page 2: ...Fig 1 Economy Regeltechnik ...
Page 3: ...Fig 2 ...
Page 4: ...Fig 3 ...
Page 5: ...Fig 4 ...
Page 31: ... ...
Page 32: ... ...
Page 33: ... ...
Page 34: ......
Page 35: ......