19
VOORWAARDEN VOOR DE WERKING
• Het apparaat moet gebruikt worden in overdekte
ruimtes met een omgevingstemperatuur van
+ 30 a + 50°C in vrije lucht zonder stof of
chemische onzuiverheden.
• Het is raadzaam om bij de planning van de
installatie rekening te houden met het feit dat de
temperatuur van de uitgaande lucht lager moet
zijn dan 50°C en dat de minimale luchtsnelheid
door de verwarmingselementen minstens 2 m/s
moet zijn.
• Bescherminsgraad van de doos met de
elektrische aansluitingen IP43.
• Wij adviseren u een filter voor de
luchtverwarmer te installeren om te voorkomen
dat brandbare deeltjes zich verzamelen op de
elektrische weerstand.
INSTALLATIE
• De verwarmer moet geïnstalleerd worden in de
ventilatie-installatie, altijd achter de ventilator en op
minstens een meter afstand hiervan.
• De geluiddemper en/of het luchtfilter moeten
geplaatst worden op een afstand van de verwarmer
die gelijk is aan of minstens tweemaal zo groot is
dan de diameter van de leiding.
• De verwarmer kan geïnstalleerd worden op 360° in
de leiding.
• Indien de verwarmer geïnstalleerd wordt op het
einde van een leiding dan moet het uiteinde van de
leiding beschermd worden met een daarvoor
bedoeld rooster.
• De verwarmer moet stevig bevestigd worden aan de
buis, om te voorkomen dat hij kan vallen.
• De verwarmer moet geïsoleerd worden met
brandwerend materiaal, in overeenstemming met de
regelgeving van de landen waar dit wettelijk verplicht
is.
• De elektrische weerstand moet aangesloten worden
op een monofase-net.
• Het deksel van de doos met de elektrische
aansluitingen moet toegankelijk zijn om de
thermostaat (RESET) te kunnen bedienen.
• Om het gebruik van de elektrische weerstand te
optimaliseren is het mogelijk, door middel van
regelaars, het thermische vermogen te moduleren
ten behoeve van de in de ruimte gewenste
temperatuur.
• De richting van de luchtstroom is niet van belang.
• De verwarmer moet zodanig geïnstalleerd worden
dat hij altijd en uitsluitend kan werken als hij
aangesloten is op een ventilator en mag alleen
werken als de ventilator in werking is.
OVERVERHITTING
In het geval van oververhitting van het apparaat kan
de veiligheidsthermostaat handmatig gereset worden.
Voordat u dat doet, altijd eerst de stroomtoevoer
onderbreken en het deksel van de aansluitingsdoos
verwijderen. Deze handeling mag uitsluitend verricht
worden door een erkend vakman.
ONDERHOUD / REINIGING
• Het apparaat heeft geen bijzonder onderhoud nodig
behalve de regelmatige controle van de werking.
• Voordat u welk onderhoud dan ook verricht, altijd
eerst de stroomtoevoer onderbreken.
Het is raadzaam om de verwarmingselementen
minstens eenmaal per jaar te inspecteren en
eventuele vuile aanslag op de elektrische weerstand
te verwijderen.
• Gebruik voor de reinigingshandelingen geen
oplosmiddelen en let er op dat u de elektrische
onderdelen niet beschadigt.
uitschakelen van de spanning, de verwarmer
controleren en de thermostaat resetten door op
de knop RESET in de aansluitingsdoos te
drukken. Als de beveiligingsvoorziening weer in
werking treedt het apparaat laten controleren
door een erkende Vortice dealer.
307E.qxp 13/04/2007 12.01 Pagina 19