VOLTOMAT HEATING 24636344, Instruction Manual

Page: 128 / 183

- 127 -
FH-110692.1 & FH-110692.2 NLD
BESCHRIJVING ONDERDELEN
1.
Indicatielampje
2. Thermostaat regelknop
3. Verwarmingselectieknop
4. Luchtuitlaatrooster
5. Draaifunctieschakelaar
6. Luchtinlaatrooster
Instelling voor de hitte:
“0” positie – UIT
“ ”
– VENTILATOR
1 = WARME LUCHT (Lage warmte-uitvoer)
2 = WARME LUCHT (Hoge warmte-uitvoer)
THERMOSTAAT
1.
Draai aan de knop om de geschikte instelling (“ ”= uitsluitend ventilator, geen verwarming/ “1”=
lage verwarmingsinstelling/”2”= hoge verwarmingsinstelling).
2. Draai de thermostaatknop in de richting van de wijzers van de klok in de max. stand.
3. Eenmaal de kamertemperatuur de gewenste temperatuur heeft bereikt, draai de thermostaatknop
langzaam tegen de klok in totdat u een "klik" hoort; dit is de insteltemperatuur.
4. Het apparaat zal de ingestelde temperatuur automatisch aanhouden. Het zal het apparaat inschakelen
wanneer de kamertemperatuur lager is dan de ingestelde waarde en uitschakelen boven de ingestelde
waarde.
Opmerking: Dit apparaat is voorzien van een draaifunctieschakelaar. Druk op deze schakelaar voor een
heen-en-weerbeweging.
VEILIGHEIDSSYSTEEM

Het apparaat heeft een veiligheidssysteem dat het apparaat automatisch uitschakelt wanneer het
oververhit raakt, bijv. door een volledige of gedeeltelijke belemmering van de ventilatieopeningen. In
dit geval, schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Laat het circa 30 minuten
afkoelen en verwijder het voorwerp dat de ventilatieopeningen belemmert. Steek de stekker
vervolgens in het stopcontact en schakel het verwarmingstoestel in. Het apparaat zou opnieuw
normaal moeten werken.

Deze verwarmer is uitgerust met een veiligheidssyteem voor kantelbeveiliging. Voor veiligheidsredenen,
zal het toestel automatisch uitschakelen, als het op een onstabiel of oneven oppervlak geplaatst is, of
als het per ongeluk omgekanteld is.
ONDERHOUD

Alvorens het toestel te reinigen, schakel het UIT. Haal de stekker uit het stopcontact en wacht totdat het
toestel afgekoeld is.

Veeg de behuizing schoon met een vochtige doek en een beetje neutraal schoonmaakmiddel. Raak de
verwarmingselementen niet aan. Maak het apparaat niet schoon met een agressief schoonmaakmiddel
of chemisch middel (alcohol, benzine, etc.).

Er bevindt zich een filter achter het luchtinlaatrooster. Duw en trek het luchtinlaatrooster uit, verwijder
de filter en reinig de delen onder stromend water. Na het reinigen, maak het rooster en de filter grondig
droog en plaats ze terug op de juiste positie.