125
Isolatieweerstand
Nominale uit-
gangsspanning
(Tol. 0 tot +10%)
Meetbereik
Nauwkeurig-
heid
Nominale
teststroom
(Tol. 0 tot +10%)
Kortsluit-
stroom
50 V
(25 - 60 V)
0,01 - 19,99 MΩ
±(3% +5)
1 mA
(bij 50 kΩ)
≤2,1 mA
20,0 - 50,0 MΩ
Alarmsignaal <1 MΩ
100 V
(50 - 120 V)
0,01 - 19,99 MΩ
±(3% +5)
1 mA
(bij 100 kΩ)
≤2,1 mA
20,0 - 100,0 MΩ
Alarmsignaal <1 MΩ
250 V
(125 - 300 V)
0,01 - 19,99 MΩ
±(1,5% +5)
1 mA
(bij 250 kΩ)
≤2,1 mA
20,0 - 199,9 MΩ
Alarmsignaal <4 MΩ
500 V
(250 - 600 V)
0,01 - 19,99 MΩ
±(1,5% +5)
1 mA
(bij 500 kΩ)
≤2,1 mA
20,0 - 199,9 MΩ
200 - 500 MΩ
Alarmsignaal <4 MΩ
1000 V
(500 - 1200 V)
0,01 - 19,99 MΩ
±(1,5% +5)
1 mA
(bij 1 MΩ)
≤2,1 mA
20,0 - 199,9 MΩ
200 - 1999 MΩ
2,0 - 9,9 GΩ
±(10% +3)
10,0 - 20,0 GΩ
±(20% +3)
Alarmsignaal <4 MΩ
Externe voltage-uitschakeling >/=25 V
Nominale spanning-instelling: 10%-stappen van 50% tot 120% van het meetbereik