105
c) RANGE-functie
De RANGE-knop maakt het omschakelen van de standaardinstelling automatische bereikskeuze (AUTO) naar de
manuele bereikskeuze mogelijk. Dit is nodig als de automatische bereikselectie niet de gewenste resolutie vertegen-
woordigt of vaak schakelt tussen twee meetwaarde-resoluties in het meetbereik.
Met elke keer drukken schakelt een meetbereik hoger en begint bij het einde weer met het kleinste meetbereik.
Handmatige bereikselectie kan worden gedeactiveerd door lang op de knop “RANGE” (> 1s) te drukken. Auto Range
(AUTO) is weer actief. De handmatige bereikkeuze is actief wanneer het symbool “AUTO” niet wordt weergegeven.
d) REL-functie
De REL-functie maakt een referentiewaarde mogelijk, om eventueel prestatieverlies zoals bijvoorbeeld bij weer-
standsmetingen te vermijden. De actueel weergegeven waarde wordt daarbij op nul gezet. Er is nu een nieuwe
referentiewaarde ingesteld.
Druk op de “REL”-knop om deze meetfunctie te activeren en de referentiewaarde op te slaan. Op het display ver-
schijnt het symbool “REL”. Het display is op nul teruggezet en de automatische bereikkeuze is gedeactiveerd.
Om deze functie uit te schakelen, druk nogmaals op de “REL”-knop of verandert u de meetfunctie.
De REL-functie is niet actief in de meetbereiken continuïteitstest, diodetest, frequentie en pulsver-
houding.
e) Led-werklamp
Bij ingeschakelde DMM kan via de zijdelingse verlichtingsknop (L) de led-werklamp worden in- en uitgeschakeld.
Voor het in- en uitschakelen houdt u de knop ongeveer 2 seconden ingedrukt. De verlichting blijft aan totdat de
functie wordt uitgeschakeld met behulp van de verlichtingsknop (L), de draaiknop (positie “OFF”) of automatische
uitschakeling worden gedeactiveerd.
Summary of Contents for 1693351
Page 114: ...114 ...
Page 115: ...115 ...